Laatst bijgewerkt: 25 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2020)
Nederlandse naam: Paars potloodvisje.
Wetenschappelijke naam: Nannostomus rubrocaudatus.
Synoniemen:
Oorsprong: Peru.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn veel kleurrijker en minder gedrongen dan de vrouwtjes.
Temperatuur: 22 - 28 graden Celsius.
pH: 4 tot 7 (beslist niet hoger dan 7).
GH: 1 tot 5.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Donker gekleurd zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem wordt op prijs gesteld. Hout en takken waarvan schuilplaatsen moeten worden gemaakt zijn echt noodzakelijk.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 3 jaar.
Lengte: 3 tot 4 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en klein levend voer.
Aquariummaat: 90 cm.
Waterlaag: Midden en boven.
Karakter: Vreedzaam tegenover andere soorten maar vanwege hun kleine formaat kunnen ze beter in een speciaal aquarium worden gehouden. Mannetjes onderling zijn erg agressief naar elkaar wat zelfs tot de dood kan leiden. Dat is ook de reden dat ze een naar verhouding groot aquarium nodig hebben zodat de mannetjes kunnen schuilen als ze ruzie met elkaar hebben.
Aantal: Schooltje van minimaal 10 vissen anders maken de mannetjes nog meer ruzie met elkaar. Hoe groter de school des te beter.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee, deze soort kan beter in een speciaal aquarium worden gehouden.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 2 dagen.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: De kweek met het Paars potloodvisje is niet al te makkelijk.
Men kan ze het beste kweken in een aparte kweekbak, speciaal ingericht voor dit doel. Voordat het paartje in de kweekbak wordt geplaatst, dienen ze goed en zorgvuldig te worden gevoed met uitsluitend levend voer. Dit proces moet ongeveer gedurende een week worden volgehouden om ervoor te zorgen dat het paartje in optimale conditie verkeert. Pas daarna kan men het paartje veilig in de kweekbak plaatsen, waar de omstandigheden ideaal zijn voor het voortplantingsproces.
Aan de waterkwaliteit worden zeer hoge eisen gesteld, omdat dit essentieel is voor een succesvolle kweek. Het water moet extreem zacht en zuur zijn om de ideale omstandigheden te creëren. De kweekbak dient bovendien voorzien te zijn van een aantal bosjes Javamos, wat een uitstekende plek vormt waar de eitjes veilig tussen kunnen worden afgezet. Daarnaast is het belangrijk dat de kweekbak slechts matig verlicht is, om een rustige en natuurlijke omgeving na te bootsen. Als alternatief kan men een afzetrooster gebruiken of een dikke laag knikkers op de bodem leggen, zodat de eitjes veilig tussen de knikkers kunnen vallen en de ouders er niet meer bij kunnen komen om schade aan te richten.
Zodra de eitjes zijn afgezet, is het noodzakelijk om de ouders direct te verwijderen om te voorkomen dat ze de eitjes opeten. De eitjes komen na ongeveer 2 dagen uit, afhankelijk van de temperatuur en andere omgevingsfactoren. Wanneer de jongen beginnen te zwemmen, kan men ze op een verantwoordelijke manier heel fijn droogvoer of zeer klein levend voer geven. Op deze manier kan men ervoor zorgen dat ze goed groeien en sterk worden. Als de jongen wat groter zijn geworden, kan men ze Artemia-naupliën voeren, wat een uitstekende voedingsbron is. Het is belangrijk om de jongen meerdere keren per dag te voeden en daarnaast regelmatig een gedeelte van het water in de kweekbak te verversen, zodat ze in een schone en veilige omgeving kunnen opgroeien.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 25-02-2025)
👉 Misschien vindt u onderstaande Nannostomus soorten ook interessant:
Nannostomus eques
(Bruin potloodvisje)
Nannostomus mortenthaleri
(Rode dwerg potloodvisje)
Nannostomus marginatus
(Dwerg potloodvisje)
Nannostomus beckfordi
(Potloodvisje)