IUCN-status: Niet bedreigd (2009)

Nederlandse naam: Rode acara.

Wetenschappelijke naam: Hemichromis lifalili.

Synoniemen: Hemichromis bimaculatus, Hemichromis fugax, Hemichromis cristatus, Hemichromis guttatus, Hemichromis cerasogaster, Hemichromis paynei, Hemichromis stellifer.

Oorsprong: Congo en Ghana.

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Buiten de paartijd moeilijk te zien. In de paartijd is het mannetje veel feller van kleur.

Temperatuur: 21 - 25 graden Celsius. In de natuur worden deze vissen blootgesteld aan wisselende temperaturen. Zorg ervoor dat dit in het aquarium ook het geval is, want constante temperaturen kunnen hun levensduur aanzienlijk verkorten.

pH: 7 tot 7,5.

GH: 8 tot 12.

Licht: Matig tot normaal.

Beplanting: Gebruik sterke soorten want hij woelt graag in de bodem.

Bodembedekking: Zand of fijn grind en rotspartijen.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: Maximaal 3 jaar.

Lengte: 12 tot 15 cm.

Voedsel: Levend voer, diepvriesvoer en tussendoor zo nu en dan wat droogvoer.

Aquariummaat: 120 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Buiten de paartijd redelijk vredelievend, in de paartijd agressief.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 3 tot 4 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: De kweek met de Rode acara is eenvoudig.

De ouders maken zorgvuldig een steen of een stuk kienhout schoon als voorbereiding voor het afzetten van de eitjes. Dit proces is essentieel, want ze leggen tussen de 300 en 500 eitjes, en de ondergrond moet schoon en veilig zijn. De jongen komen na een periode van ongeveer 3 tot 4 dagen tevoorschijn. Tijdens deze tijd verplaatsen de ouders de jongen meerdere keren naar andere nestkuiltjes om ze beter te beschermen en te verzorgen.

Beide ouders nemen actief deel aan het verzorgen van de jongen en vertonen daarbij uitzonderlijk agressief gedrag tegenover andere vissen om hun kroost te beschermen tegen mogelijke bedreigingen.

Men kan de jongen succesvol grootbrengen door ze te voeden met fijn stofvoer en artemia-naupliën, wat hen voorziet van de benodigde voedingsstoffen om goed te groeien en zich verder te ontwikkelen.