IUCN-status: Kwetsbaar (2019)

Nederlandse naam: Prachtgoerami bintan.

Wetenschappelijke naam: Parosphromenus bintan.

Synoniemen: 

Oorsprong: Indonesië (de eilanden Bintan en Bangka).

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is veel kleurrijker dan het vrouwtje.

Temperatuur: 22 - 28 graden Celsius.

pH: 3 tot 6,5.

GH: 0 tot 4.

Licht: Zwak.

Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 2 tot 2,5 cm.

Voedsel: Droogvoer (dit word echter wel vaak geweigerd), diepvriesvoer, maar vooral klein levend voer.

Aquariummaat: 40 cm.

Waterlaag: Onder en midden.

Karakter: Men kan het beste 1 paartje houden, als het aquarium groot genoeg is kan men een groepje van 5 of meer samen houden.

Aantal: Paartje en zonder andere medebewoners.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 3 dagen.

Bijzonderheden: Deze visjes moeten in een speciaal aquarium worden gehouden zonder andere medebewoners. Het aquarium moet donker worden ingericht met bijvoorbeeld dichte beplanting en drijfplanten. Verder kan men het beste schuilplaatsen maken van kienhout en stenen. Het water moet heel zacht en zuur zijn, filteren over turf is daarom echt noodzakelijk en de stroming moet matig zijn.

Houd geen verschillende Parosphromenus soorten samen, de kans is dan groot dat men kruisingen krijgt omdat er weinig verschil is tussen de vrouwtjes.

​

Kweekinfo: Het kweken met de Prachtgoerami bintan is vrij moeilijk.

De kweek is relatief vrij moeilijk en zal in de praktijk zelden lukken, maar het blijft altijd het proberen waard voor wie geduld en toewijding heeft. Het is een holenbroeder, wat betekent dat er een geschikt object aanwezig moet zijn (bijvoorbeeld een bloempot of een ander klein schuilobject) waarin uiteindelijk het schuimnest gebouwd zal worden. Als de eitjes eenmaal zijn afgezet, verjaagt het mannetje het vrouwtje om de omgeving te beschermen en neemt hij vervolgens de volledige broedzorg op zich. Na een periode van ongeveer drie dagen komen de jongen uit het ei, waarna ze na nog eens 3 tot 5 dagen verder ontwikkelen en beginnen te zwemmen.l rond. Dan kun je de jongen opkweken met pas uitgekomen Artemia-naupliën.

P. sentang