IUCN-status: Niet bedreigd (2009)
Nederlandse naam: Kaap Lopez.
Wetenschappelijke naam: Aphyosemion australe.
Synoniemen: Haplochilus calliurus australis, Aphyosemion calliurus australis, Aphysemion australe australe, Panchax polychromus, Aphyosemion polychromum,
Aphyosemion australe hjerresensii, Aphyosemion hjerresensii, Haplochilus cameronensis.
Oorsprong: West-Afrika (Gabon).
Biotoop: West-Afrikaans.
Geslachtsonderscheid: Mannetje is veel kleurrijker dan het vrouwtje en het vrouwtje heeft een afgeronde staartvin.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6 tot 7.
GH: 5 tot 8.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte beplanting maar zorg wel dat er voldoende zwemruimte over blijft. Drijfplanten worden ook op prijs gesteld en dan kan de verlichting wat sterker.
Bodembedekking: Zand of grind.
Stroming: Zwak.
Leeftijd: 3 jaar.
Lengte: 4 tot 6 cm.
Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer.
Aquariummaat: 80 cm.
Waterlaag: Midden.
Karakter: Semi agressief.
Aantal: 1 mannetje met meerdere vrouwtjes.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Beter van niet.
Tijd voor uitkomen eitjes: 10 tot 14 dagen.
Bijzonderheden: Er zijn verschillende kleurvariëteiten.
Kweekinfo: Het kweken met de Kaap Lopez is redelijk eenvoudig.
De kweekbak moet niet al te klein zijn gezien de lange periode die de ouders daar moeten verblijven. Aan de inrichting van de kweekbak worden weinig eisen gesteld, een bodembedekking is niet nodig, wil men dat toch graag breng dan uitgekookte turfmolm aan. Voor het afzetten van de eitjes kan men "kweekkwasten (afzetmoppen)" aanbrengen. Een temperatuur van 23 graden Celsius en zacht en zuur water met een pH van 6.8 is het beste voor de kweek. Ververs elke dag ongeveer 40 tot 60% van het water en geef de vissen een variëteit aan voedsel zoals vlokkenvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Het paren kan enkele weken in beslag nemen. Haal na 3 weken het koppel uit de kweekbak en breng de temperatuur terug naar 18 graden Celsius en zorg dat de kweekbak donker staat.
De eitjes komen na 10 tot 14 dagen uit. Als de jongen gaan zwemmen kan men ze voeren met Artemia-naupliën, gezeefde Cyclops, Daphnia en grindalwormpjes.