IUCN-status: Niet bedreigd (2011)

Nederlandse naam: Blanke goerami of Zilvergoerami.

Wetenschappelijke naam: Trichopodus microlepis.

Synoniemen: Osphromenus microlepis, Trichogaster microlepis, Trichopus parvipinnis, Deschauenseeia chryseus.

Oorsprong: Thailand en Cambodja.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes hebben iets meer kleur in rug- en aarsvinnen.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 8 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout en/of takken worden zeker op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 10 tot 15 cm.

Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer.

Aquariummaat: 120 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: 24 tot 36 uur.

Bijzonderheden:

​

Kweekinfo: De kweek van de Zilvergoerami is redelijk eenvoudig.

Voor een succesvolle kweek neemt men een ruime donkere kweekbak, waarin optimale omstandigheden kunnen worden gecreëerd voor de vissen. De kweekbak dient met een laag water van ongeveer 12 á 15 centimeter te worden gevuld, waarbij het belangrijk is dat er maar heel weinig tot geen stroming aanwezig is om verstoring van het proces te voorkomen. Voorzie de kweekbak van een aantal geschikte drijfplanten of andere planten waarvan de bladeren op het wateroppervlak drijven. Deze planten spelen een essentiële rol, aangezien ze helpen om het schuimnest op zijn plaats te houden en extra beschutting bieden. Nadat het koppel in de kweekbak is geplaatst, verhoogt men langzaam en gecontroleerd de temperatuur tot 29 graden Celsius, wat in ongeveer drie dagen tijd moet gebeuren om de vissen niet te abrupt te belasten.

Het mannetje zal vervolgens aanzienlijk wat tijd en moeite steken in het bouwen van een groot en stevig schuimnest. Na een indrukwekkende balts, waarbij beide vissen elkaar aantrekken en het koppelingsproces in gang zetten, gaan de goerami's over tot het afzetten van de eitjes. Een enkel nest kan indrukwekkend veel, namelijk wel 500 tot 1000 eitjes bevatten. Zodra de eitjes zijn afgezet, is het cruciaal dat het vrouwtje onmiddellijk uit de kweekbak wordt verwijderd, omdat anders het mannetje haar continu zal verjagen en dit kan leiden tot onnodige stress of verwondingen bij het vrouwtje.

Het mannetje neemt vanaf dat moment de verantwoordelijkheid op zich om het nest te verzorgen en te bewaken tegen mogelijke bedreigingen. Eitjes die naar beneden zinken zullen door het toegewijde mannetje met zorg in zijn bek worden opgepakt en terug in het nest worden gespuwd. Dit gedrag illustreert waarom het belangrijk is dat er maar een laagje water van 12 á 15 cm in de kweekbak aanwezig is. Met een ondiepe waterlaag hoeft het mannetje namelijk niet te veel afstand af te leggen om de gezonken eitjes weer terug naar het nest te brengen, waardoor hij effectiever kan werken en het risico op verlies van eitjes kleiner wordt.

De jongen komen al na 24 tot 36 uur uit de eitjes, afhankelijk van de temperatuur en andere omstandigheden, waarna ook het mannetje uit de kweekbak moet worden gehaald om te voorkomen dat hij per ongeluk de jongen beschadigt. Na ongeveer 4 dagen beginnen de jongen rond te zwemmen en zijn ze klaar om gevoerd te worden. Gebruik hiervoor geschikte voeropties zoals Liquifry, micro-aaltjes, pantoffeldiertjes of fijn stofvoer, die perfect aansluiten bij hun kleine formaat en voedingsbehoeften. Een juiste en tijdige voeding draagt bij aan een goede start en een gezonde groei van de jongen.