IUCN-status: Bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Betta persephone.

Wetenschappelijke naam: Betta persephone.

Synoniemen: 

Oorsprong: Maleisië.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is intensiever gekleurd en ontwikkelen, naar mate ze ouder worden, uitgestrektere vinnen dan het vrouwtje.

Temperatuur: 22 - 28 graden Celsius.

pH: 4 tot 6.

GH: 3 tot 6.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout en/of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: 3 tot 3,5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en vooral klein levend voer zoals Daphia, Artemia en Rode muggenlarven. Zorg er wel voor dat u niet overvoert, ze worden snel te dik.

Aquariummaat: Vanaf 45 cm.

Waterlaag: Overal.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Als paartje of als een groep.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Niet aanbevolen. Het is veel beter om ze in een speciaal aquarium te houden want ondanks hun kleine formaat kunnen ze erg agressief zijn, ook tegen grotere vissen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Ongeveer 1 tot 3 dagen.

Bijzonderheden: Zorg voor voldoende schuilplaatsen in het aquarium en zorg ervoor dat het goed afgesloten is. Deze vissen zijn uitstekende springers en kunnen zelfs door de kleinste openingen ontsnappen. Houd ze in zuur, zacht water met minimale stroming. Een laagje bladafval op de bodem wordt zeer gewaardeerd. Daarnaast kunnen ook kleipotten in het aquarium worden geplaatst, die perfect dienen als extra schuilplaatsen.

Kweekinfo: Niet al te lastig mits de waterwaarden goed zijn.

De Betta persephone is een schuimnestbouwer, wat betekent dat deze vis een nest maakt van luchtbellen om zijn eitjes te beschermen. Het nest kan worden gebouwd tussen drijvende planten, wat een natuurlijk ogende en veilige omgeving biedt, maar de Betta persephone geeft er de voorkeur aan om deze in een pot of een buis te bouwen, mits deze accessoires in het aquarium aanwezig zijn. Het nest is meestal niet bijzonder groot van omvang. Hoewel er uitzonderingen bekend zijn waarbij het aantal eitjes kan oplopen tot wel 50, ligt het gemiddelde aantal eitjes vaker rond de 20 stuks, wat een meer gebruikelijke hoeveelheid is.

De eitjes komen na een periode van ongeveer 1 tot 3 dagen uit, afhankelijk van de omstandigheden, zoals watertemperatuur en zuurstofgehalte, en de jonge visjes kunnen daarna nog een paar dagen teren op hun dooierzak. Zodra deze reserves zijn opgebruikt en de jongen actief beginnen te zwemmen, eten ze direct al artemia-naupliën en microwormen, wat essentiële voedingsstoffen biedt voor hun groei. Het is aan te raden om de jongen 2 tot 3 keer per dag kleine hoeveelheden voedsel te geven, zodat ze optimaal kunnen ontwikkelen zonder dat er overtollig voedsel in het water achterblijft.