Laatst bijgewerkt: 27 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2018)
Nederlandse naam: Roodoog tetra.
Wetenschappelijke naam: Bario sanctaefilomenae.
Synoniemen: Tetragonopterus sanctaefilomenae, Moenkhausia sanctae-filomenae, Tetragonopterus sanctae filomenae, Moenkhausia australe, Moenkhausia sanctaefilomenae.
Oorsprong: Zuid-Amerika (Paraguay, Oost- Bolivia, Oost-Peru en West-Brazilië).
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: De mannetjes zijn iets kleiner dan de vrouwtjes en slanker gebouwd.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 8 tot 12.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 4 tot 6 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: 80 cm.
Waterlaag: Midden.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minstens 6 vissen.
Geschikt voor: Beginners.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 2 dagen.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: Het kweken met de Roodoog tetra is redelijk eenvoudig.
Allereerst moeten de vissen goed gevoerd worden, vooral met levend voer. Dit is essentieel omdat het de kans op een groter aantal eitjes aanzienlijk vergroot. Door de vissen een gevarieerd en voedzaam dieet te geven, worden ze gestimuleerd om zich voort te planten. Plaats vervolgens een groepje vissen in de kweekbak, want dit verhoogt de kans op zowel het afzetten van eitjes als het vormen van paartjes aanzienlijk.
De kweekbak moet zorgvuldig ingericht worden met veel fijnbladige planten, omdat deze een perfecte schuilplaats vormen voor de eitjes. Daarnaast kan een speciale afzetmop worden gebruikt, die een vergelijkbare functie heeft. Tussen deze planten of de afzetmop zullen de eitjes worden afgezet. Ook kan men een laag knikkers op de bodem aanbrengen, zodat de eitjes tussen de knikkers vallen. Dit zorgt ervoor dat de ouders er niet meer bij kunnen komen nadat de eitjes zijn afgezet. Om het kweekproces verder te ondersteunen, kan men het beste filteren over turf, wat een positief effect heeft op de voortplanting.
Als alle omstandigheden optimaal zijn, worden er eitjes afgezet. Het is van cruciaal belang dat de ouders na de ei afzetting direct uit de kweekbak worden verwijderd, omdat zij anders de eitjes zullen opeten. Na ongeveer 2 dagen komen de eitjes uit. Vervolgens duurt het nog eens 3 tot 4 dagen voordat de jongen vrij beginnen rond te zwemmen. Zodra dit gebeurt, moeten de jongen gevoerd worden met het kleinst mogelijke voedsel, zoals infusoriën. Na een week kan men overstappen op pas uitgekomen Artemia-naupliën en fijn stofvoer, wat essentieel is voor hun verdere groei en ontwikkeling.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 27-02-2025)