IUCN-status: Niet bedreigd (2023)

Nederlandse naam: Dambordcichlide, Gouden dwergchiclide.

Wetenschappelijke naam: Nannacara anomala.

Synoniemen: Nannacara taenia.

Oorsprong: Guyana en Suriname.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: De vrouwtjes zijn kleiner dan de mannetjes en hebben een lichtbruine kleur met opvallende donkerbruine banden.

Temperatuur: 22 - 25 graden Celsius.

pH: 5,5 tot 6,5.

GH: 3 tot 8.

Licht: Matig tot normaal.

Beplanting: Goed beplant aquarium.

Bodembedekking: Zand of fijn grind.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: Mannetjes tot 9 cm, vrouwtjes blijven wat kleiner.

Voedsel: Diepvriesvoer en klein levend voer, droogvoer accepteren ze maar zelden.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Onder en midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samengehouden met niet al te drukke vissen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 2 tot 3 dagen.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: De kweek met de Dambordcichlide is vrij eenvoudig.

Het vrouwtje legt doorgaans tussen de 50 en 300 eitjes op een steen of in een holletje, waarbij ze deze met grote zorgvuldigheid bewaakt binnen een klein territorium. In dit zorgvuldig afgebakende gebied is zelfs het mannetje absoluut niet welkom. In een klein aquarium is het daarom aan te raden om het mannetje te verwijderen, omdat hij anders voortdurend zal worden weggejaagd door het vrouwtje, wat voor onrust kan zorgen.

De eitjes komen na ongeveer 2 tot 3 dagen uit, waarna de larven vijf dagen later beginnen te zwemmen. In de eerste dagen na het uitkomen kun je ze het beste grootbrengen door ze te voeren met infusiediertjes. Zodra ze wat groter zijn, kun je overstappen naar het voeden met artemia-naupliën, wat een uitstekende voedingsbron is voor het verdere opgroeien van de jonge larven.