IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Colombiaanse Zebra Pleco, Colombiaanse Pleco, Chocolade Zebra Pleco, L129.

Wetenschappelijke naam: Hypancistrus debilittera (L129).

Synoniemen: 

Oorsprong: Venezuela en Colombia.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien, volwassen vrouwtjes zijn iets breder dan volwassen mannetjes.

Temperatuur: 23 - 28 graden Celsius.

pH: 5,5 tot 7,5.

GH: 2 tot 15.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Bij voorkeur fijn afgerond zand, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Stukken (kien)hout, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.

Stroming: Normaal.

Leeftijd: 

Lengte: 7 tot 8 cm.

Voedsel: Hoofdzakelijk levend voer waaronder regenwormen, garnalen, bloedwormen, muggenlarven, stukjes vis, mosselen etc.

Aquariummaat: Minimaal 80 cm, liever groter.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Redelijk vreedzaam mits er voldoende ruimte is.

Aantal: Groepje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits er voldoende schuilplaatsen zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: 

Bijzonderheden: Zorg voor voldoende schuilplekken, minimaal één per vis, en voldoende ruimte. Hierdoor zal de groep zich harmonieus gedragen. Wanneer het aquarium echter te klein is of er te weinig schuilplaatsen zijn, kunnen er heftige gevechten ontstaan, met mogelijk (zwaar)gewonden als gevolg.

​

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is niet moeilijk.

Het beste kan men een ruime en goed ingerichte kweekbak gebruiken, waarbij men dan stap voor stap begint met de temperatuur langzaam te verhogen tot een constante waarde tussen de 28 en 30 graden Celsius. Zorg er daarnaast voor dat er een sterke stroming in de bak aanwezig is en dat het wateroppervlak continu flink in beweging blijft. Op deze manier kan er zoveel mogelijk zuurstof in het water worden opgenomen, terwijl tegelijkertijd het overtollige CO2 efficiënt wordt afgevoerd.

Zorg ervoor dat er in de kweekbak voldoende schuilmogelijkheden aanwezig zijn, zoals grotten of aardewerk potten, omdat dit het afzetten van eitjes bevordert. Wanneer deze voorzieningen aanwezig zijn, zullen er meestal snel eitjes worden gelegd. Het vrouwtje legt doorgaans ongeveer 20 eitjes, waarna het mannetje zich over het nest ontfermt en het zorgvuldig bewaakt. Het is belangrijk dat er bij de ingang van het nest een krachtige stroming aanwezig blijft, omdat dit helpt bij een optimale zuurstofvoorziening.

De jongen kan men succesvol grootbrengen door ze te voeden met klein, levend voer dat speciaal is afgestemd op hun behoeften. Dit bevordert een gezonde groei en zorgt ervoor dat de jongen goed ontwikkelen.