IUCN-status: Niet bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Citroentetra.

Wetenschappelijke naam: Hyphessobrycon pulchripinnis.

Synoniemen: Hemigrammus erythrophthalmus.

Oorsprong: Zuid-Amerika (Amazonegebied in de Tapajós en de Amazone).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes hebben een wat bredere zwarte zoom in de rug- en anaalvin en ze worden iets groter als de vrouwtjes.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 4 tot 8.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting. Drijfplanten worden ook op prijs gesteld.

Bodembedekking:  Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 6 jaar.

Lengte: 4 tot 6 cm.

Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 48 uur.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met de Citroentetra is vrij lastig omdat het eierrovers zijn.

Men kan het beste een kweekbak nemen met een afmeting van ongeveer 50 x 30 x 30. Dit formaat biedt ruim voldoende ruimte voor een optimale voortplanting en comfort van de vissen. Als bodembedekking kiest men voor zo'n drie lagen knikkers, wat zorgt voor een veilige plek waar de eitjes tussen kunnen vallen. Het water dient een stabiele temperatuur van 23 graden Celsius te hebben, wat essentieel is voor het welzijn en de voortplanting van de vissen. Daarnaast moet de pH-waarde van het water rond de 6,5 liggen, omdat dit een natuurlijke en gunstige omgeving nabootst. Als beplanting kiest men het beste voor fijnbladige planten zoals Javamos of Myriophyllum, die niet alleen een schuilplaats bieden maar ook bijdragen aan een gezond ecosysteem in de kweekbak.

De eitjes worden afgezet tussen de planten, wat de natuurlijke voortplantingscyclus nabootst. Omdat ze echter niet allemaal stevig aan de planten blijven plakken, zinken de meeste eitjes naar de bodem. Dit kan problematisch zijn, want als er geen knikkers op de bodem liggen, zullen de meeste eitjes direct worden opgegeten door de ouders. De knikkers bieden een beschermende laag en zorgen ervoor dat de eitjes die ertussen vallen moeilijker bereikbaar zijn voor de ouders, waardoor u meer tijd heeft om de kweek te laten slagen. Het is absoluut essentieel om na het afzetten van de eitjes de ouders meteen te verwijderen om te voorkomen dat de eitjes direct weer worden opgegeten.

Na 24 tot 48 uur komen de eitjes uit, afhankelijk van de omstandigheden in de kweekbak, en de larven teren in de eerste 2 tot 3 dagen op de voedingsstoffen in hun dooierzak. Gedurende deze fase is het belangrijk dat de waterkwaliteit stabiel blijft om de larven een goede start te geven. Na 4 tot 5 dagen beginnen de larven vrij rond te zwemmen en kan men ze voeren met infusiediertjes, liquifry en ander fijn voedsel. Dit is essentieel voor hun groei en ontwikkeling. Ongeveer tien dagen na de geboorte kun je beginnen met het voeren van de jonge visjes met fijn droogvoer. Dit verrijkt hun dieet en draagt bij aan een gezonde en sterke ontwikkeling.

De jonge Citroentetra's zijn bijzonder gevoelig voor temperatuurschommelingen, wat betekent dat zelfs kleine veranderingen in temperatuur schadelijk kunnen zijn. Het water moet absoluut schoon blijven, en het is belangrijk om regelmatig water te verversen om de juiste kwaliteit te garanderen. Bij het verversen van het water moet men ervoor zorgen dat het nieuwe water exact dezelfde temperatuur heeft als het water in de kweekbak, om stress en gezondheidsproblemen bij de jonge visjes te voorkomen.