© Foto: Hans Harreveld

IUCN-status: Onzeker (2018)

Nederlandse naam: Montezuma zwaarddrager.

Wetenschappelijke naam: Xiphophorus montezumae.

Synoniemen: 

Oorsprong: Mexico.

Biotoop: Noord-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes hebben een tot gonopodium (geslachtsorgaan) omgevormde vin onderaan de buik. Ook is het mannetje kleiner dan het vrouwtje en de vrouwtjes hebben een afgeronde staart.

Temperatuur: 20 - 26 graden Celsius.

pH: 7 tot 8.

GH: 10 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale beplanting met wat drijfplanten en zorg voor veel open zwemruimte.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat stukken (kien)hout, stenen of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Normaal.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: Mannetjes 6 cm (tot 12 cm met zwaard) en vrouwtjes 7 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: 1 mannetje met 2 vrouwtjes of een meervoud hiervan.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Draagtijd: Ongeveer een maand.

Bijzonderheden: 

 

Kweekinfo: Het kweken met de Montezuma zwaarddrager is zéér makkelijk en ze stellen aan het water verder geen eisen.

 

Het zijn levendbarende vissen die dus geen eitjes leggen, maar in plaats daarvan direct levende jongen ter wereld brengen, wat hen zogenaamde eierlevendbarende vissen maakt. Deze jongen zijn na de geboorte direct in staat om volledig voor zichzelf te zorgen, zonder dat ze afhankelijk zijn van ouderlijke zorg. De draagtijd van deze vissen bedraagt ongeveer vier weken, een relatief korte periode in vergelijking met andere vissen. Bij een geboorte kunnen er doorgaans tussen de 20 en 30 jongen ter wereld komen, wat een behoorlijke hoeveelheid is voor deze vissen.

 

Geen van beide ouders zal enige zorg dragen voor de pasgeboren jongen, en als ze de kans krijgen, eten ze hun eigen jongen zonder aarzeling op. Als men zoveel mogelijk jongen wil behouden, is het verstandig het zwangere vrouwtje apart te zetten in een speciaal kweekbakje. Na de bevalling kan men het vrouwtje daaruit verwijderen om te voorkomen dat ze haar eigen kroost opeet. Vlak voor de geboorte kan men in het zwarte gedeelte van de buik van het vrouwtje kleine puntjes zien zitten. Deze puntjes zijn de oogjes van de ongeboren jongen en vormen een duidelijk teken dat de geboorte niet lang meer op zich zal laten wachten.

 

Het is echter ook mogelijk om de natuur zijn gang te laten gaan. In dat geval is het belangrijk te zorgen voor voldoende beplanting, waaronder drijfplanten, zodat de jongen zich daar veilig kunnen verschuilen. Op deze manier blijven alleen de sterkste jongen over, die uiteindelijk zullen uitgroeien tot volwassen vissen. Om de jongen groot te brengen, kan men ze voeren met fijn stofvoer, droogvoer dat fijngewreven is, of Artemia-naupliën, die een uitstekende voedingsbron vormen voor jonge vissen.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 05-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen