Laatst bijgewerkt: 28 februari 2025

© Foto: Johan Quinten

© Foto: Loek van der Klugt

© Foto: Erna Kel

IUCN-status: Niet bedreigd (2021)

Nederlandse naam: Zwarte fantoomzalm.

Wetenschappelijke naam: Megalamphodus megalopterus.

Synoniemen: Megalomphodus megalopterus, Megalamphodus rogoaguae, Hyphessobrycon megalopterus.

Oorsprong: Zuid-Amerika (Brazilië, Argentinië en Bolivia).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes hebben een grotere zeilvin en het zwart is donkerder van kleur dan bij de vrouwtjes. De vrouwtjes hebben een vollere buikpartij en blijven iets kleiner.

Temperatuur: 23 - 27 graden Celsius. In de natuur hebben deze vissen te maken met schommelende temperaturen. De temperatuur altijd op hetzelfde houden is daarom niet aan te bevelen en kan de gemiddelde levensduur van de vissen verkorten.

pH: 6 tot 7,5.

GH: 4 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting maar laat nog wel voldoende open zwemruimte over. Drijfplanten zijn aan te raden en dan kan tevens de verlichting wat sterker.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 4,5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 30 uur.

Bijzonderheden: Als het groepje van deze vissen te klein is, minder dan 5, zullen ze wegkwijnen en/of agressief worden tegenover medebewoners.

Kweekinfo: Het kweken met de Zwarte fantoomzalm is vrij moeilijk.

Gebruik een kweekbak die voorzien is van fijnbladige planten en Javamos, waartussen de eitjes veilig kunnen worden afgezet. Deze plantenstructuren bieden een ideale omgeving voor het beschermen van de eitjes. Zorg ervoor dat de ouders goed gevoerd zijn met levend voer, zoals zwarte muggenlarven en fruitvliegjes, om hun gezondheid en voortplantingsdrang te stimuleren. Daarnaast moet de pH van het water worden verlaagd naar een waarde tussen 5,5 en 6, en is het belangrijk om de GH onder de 5 te houden. De temperatuur hoeft voor de kweek niet bijzonder hoog te zijn; een stabiele 21 graden Celsius is doorgaans meer dan voldoende. Verder is het van belang dat de verlichting wordt gedimd om een rustige en natuurlijke omgeving te creëren.

Na het voltooien van het paringsritueel worden de eitjes tussen de planten verspreid, waar ze veilig kunnen blijven liggen. Het is essentieel dat de ouders onmiddellijk na het leggen van de eitjes worden verwijderd, aangezien ze anders de neiging hebben om de eitjes direct op te eten. De eitjes komen doorgaans na ongeveer 24 tot 30 uur uit. Enkele dagen later beginnen de jongen vrij rond te zwemmen, wat een belangrijk moment is in hun ontwikkeling. De jongen kunnen worden grootgebracht met fijn stofvoer en pantoffeldiertjes, die goede eerste voeding bieden. Na ongeveer 10 dagen kan men geleidelijk overstappen op het voeren van Artemia-naupliën, wat perfect is voor hun groei en verdere ontwikkeling.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 28-02-2025)

Rating: 5 sterren
1 stem