Laatst bijgewerkt: 25 februari 2025

© Foto: Cynthia Hemelsoet

© Foto: Jannick Oosterhof

© Foto: Kim Jansen

© Foto: Kim Jansen

IUCN-status: Niet bedreigd (2021)

Nederlandse naam: Neontetra.

Wetenschappelijke naam: Paracheirodon innesi.

Synoniemen: Hyphessobrycon innesi.

Oorsprong: Zuid-Amerika (Venezuela, Colombia en Brazilië).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Niet te zien.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 8.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking:  Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 4 cm tot 6 cm.

Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minstens 10 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: 36 uur.

Bijzonderheden: Gevoelig voor witte stip en de tetra-ziekte.

Kweekinfo: Kweken met de Neontetra is zeer moeilijk.

Allereerst moet dat in een aparte kweekbak worden gedaan waarvan het water zacht en zuur moet zijn, wat essentieel is voor het succesvol kweken. De pH moet liggen tussen de 5,0 en 6,0, en de GH moet zich bevinden tussen de 2 en 6 om de ideale omstandigheden te bieden. In het aquarium kan men het beste gebruik maken van een legrooster of een fijn stuk gaas, wat voorkomt dat de eitjes worden opgegeten. Bovenop het gaas kan men Javamos aanbrengen, dat niet alleen een natuurlijke uitstraling geeft, maar ook een extra bescherming biedt aan de eitjes.

Neontetra's zijn vrijleggers, wat betekent dat de eitjes zomaar overal worden losgelaten zonder specifieke plek. Het mannetje omhelst het vrouwtje tijdens de paring en bevrucht tegelijkertijd de eitjes, wat een bijzonder proces is om te observeren. Na de ei-afzetting moeten de ouders direct uit de kweekbak worden verwijderd, omdat ze de neiging hebben hun eigen eitjes net zo snel weer op te eten, wat het kweekproces zou verstoren. De eitjes komen na ongeveer 36 uur uit, waarna de jongen 5 dagen later vrij rond beginnen te zwemmen. De jongen kunnen de eerste dagen voorzichtig worden opgekweekt met infusoria, micro-organismen die makkelijk verteerbaar zijn. Zodra ze iets groter zijn, kan men dit dieet aanvullen met microwormen, Artemia en fijn stofvoer. Het is belangrijk pas te beginnen met voeren wanneer de jongen daadwerkelijk rondzwemmen, en niet eerder, om problemen te voorkomen.

Als filter voor de kweekbak kan men het beste een sponsfilter gebruiken, omdat dit ideaal is voor jonge visjes. Op de oppervlakte van de spons van het filter zullen kleine organismen groeien, die door de jongen gretig en met veel enthousiasme zullen worden opgegeten. Dit voorziet hen niet alleen van voeding, maar helpt ook bij het in stand houden van een biologisch evenwicht in de kweekbak.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 25-02-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen