Laatst bijgewerkt: 27 februari 2025
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Nederlandse naam: Roodneuszalm.
Wetenschappelijke naam: Hemigrammus rhodostomus.
Synoniemen:
Oorsprong: Zuid-Amerika (Brazilië en Colombia).
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Vrouwtjes zijn dikker dan de mannetjes.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 2 tot 15.
Licht: Zwak tot matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 4 tot 6 cm.
Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer.
Aquariummaat: 60 cm.
Waterlaag: Onder het midden.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minstens 6 vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Binnen 2 dagen.
Bijzonderheden: Deze vissen houden van weinig licht in het aquarium, en al helemaal geen zonlicht wat van buiten door het raam in het aquarium schijnt.
Kweekinfo: Het kweken met de Roodneuszalm is moeilijk en zelden gelukt in aquaria.
Plaats een groep van 20 vissen in de kweekbak zodat er voldoende kans is op één of meerdere paartjes. Door een groep van deze grootte te kiezen, vergroot je de kans aanzienlijk dat de juiste koppels zich vormen voor het kweekproces. De kweekbak moet minimaal 60 cm zijn, maar bij voorkeur zelfs groter voor een beter resultaat. Plaats flinke bossen fijn groen in de kweekbak, die dienen als een veilige plek waar de eitjes tussen kunnen worden afgezet. Dit biedt niet alleen beschutting, maar verhoogt ook de kans op succesvolle voortplanting. Het water in de bak moet zacht en licht zuur zijn, omdat dit de meest natuurlijke omstandigheden biedt waarin de vissen zich prettig voelen om te kweken. Daarnaast dient de bodem donker te zijn, omdat een donkere bodem de vissen rust geeft en het proces bevordert. Een optimale temperatuur van 25 graden Celsius is essentieel voor een succesvolle voortplanting.
Vaak beginnen zich er na een dag of 5 paartjes te vormen, wat een goed teken is dat de vissen zich op hun gemak voelen in de kweekbak. Met wat geluk beginnen ze daarna daadwerkelijk met paren, wat natuurlijk het uiteindelijke doel is. Zodra er eitjes worden afgezet, is het belangrijk dat de volwassen vissen snel uit de kweekbak worden verwijderd. Dit voorkomt dat ze de eitjes opeten of beschadigen. Na ongeveer 2 dagen komen de eitjes uit, waarna de jongen nog ongeveer 3 dagen teren op hun dooierzak. In deze periode hebben ze nog geen extra voeding nodig. Daarna gaan ze echter vrij rondzwemmen en kunnen ze gevoerd worden met infusoriën, een ideale eerste voeding. Na een week zijn de jonge vissen sterk en groot genoeg om wat grover voer te krijgen, zoals Artemia-naupliën en fijn stofvoer. Dit zorgt ervoor dat ze goed en gezond blijven doorgroeien.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 27-02-2025)