IUCN-status: Niet geëvalueerd

Nederlandse naam: Blauwe fantoom Pleco, L128.

Wetenschappelijke naam: Hemiancistrus Sp. (Blue Phantom) (L128).

Synoniemen: 

Oorsprong: Venezuela.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes hebben bredere koppen en odontodes (haartjes) op de wangen en de eerste borststraal.

Temperatuur: 23 - 29 graden Celsius.

pH: 6 tot 7.

GH: 2 tot 15.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Bij voorkeur fijn afgerond zand, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Stukken (kien)hout, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.

Stroming: Normaal.

Leeftijd: 

Lengte: Tot wel 25 cm.

Voedsel: Groenvoer, diepvriesvoer, droogvoer.

Aquariummaat: Minimaal 120 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Redelijk vreedzaam, territoriaal naar soortgenoten.

Aantal: Solitair of een groepje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits er voldoende schuilplaatsen zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: 

Bijzonderheden: Zorg voor voldoende schuilplaatsen (minimaal 1 per aanwezige vis) en ruimte en dan zal de groep zich prima gedragen. Is het aquarium echter te klein of zijn er te weinig schuilplaatsen dan kunnen er heftige gevechten uitbreken met (zwaar)gewonden tot gevolg.

​

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is niet al moeilijk.

Het beste kan men een kweekbak gebruiken, omdat dit de meest gecontroleerde omgeving biedt, en men begint dan met de temperatuur langzaam te verhogen tot een bereik van 28 tot 30 graden Celsius. Het is ook van groot belang om ervoor te zorgen dat er veel stroming in de bak aanwezig is en dat het wateroppervlak flink in beweging wordt gehouden. Hierdoor wordt zoveel mogelijk zuurstof in het water opgenomen en wordt overtollige CO2 efficiënt afgevoerd, wat essentieel is voor een gezonde leefomgeving.

Zorg daarnaast voor grotten of aardewerken potten in de bak, aangezien deze als ideale schuil- en voortplantingsplaatsen dienen, en dan worden er meestal snel eitjes gelegd. Het mannetje zal doorgaans zeer waakzaam zijn en het nest nauwlettend bewaken om de jongen te beschermen. Let er ook op dat er bij de ingang van het nest een flinke stroming aanwezig is, omdat dit zal bijdragen aan een optimale waterkwaliteit en de gezondheid van de bewoners.

De jongen kan men succesvol grootbrengen door ze te voeden met klein levend voer, dat rijk is aan voedingsstoffen en perfect aansluit bij hun natuurlijke voedingsbehoeften.