Laatst bijgewerkt: 20 februari 2025
IUCN-status: Kritiek (2018)
Nederlandse naam: Zebra saulosi.
Wetenschappelijke naam: Chindongo saulosi.
Synoniemen: Pseudotropheus saulosi.
Oorsprong: Afrika (Malawi Meer).
Biotoop: Afrikaans.
Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn iets groter dan de vrouwtjes. Als het mannetje halfvolwassen is wordt hij blauw van kleur, de vrouwtjes blijven geel.
Temperatuur: 24 - 28 graden Celsius.
pH: 7,5 tot 8,5.
GH: 12 tot 16.
Licht: Normaal.
Beplanting: Beplanting niet noodzakelijk.
Bodembedekking: Bij voorkeur een zandbodem. Verder de bak inrichten met veel stenen en grotten.
Stroming: Matig tot hard.
KH/GH: 12 tot 16.
Leeftijd: 8 jaar.
Lengte: Vrouwtjes tot 8 cm en mannetjes tot 9 cm.
Voedsel: Hoofdvoedsel zijn algen en plankton. Daarnaast droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.
Aquariummaat: 120 cm.
Waterlaag: Midden en onder.
Karakter: Mannetjes onderling kunnen zeer agressief zijn.
Aantal: 1 mannetje met 3 vrouwtjes.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.
Tijd voor uitspugen eitjes: Na ongeveer 13 tot 18 dagen.
Bijzonderheden: Houd deze vis niet samen met andere Chindongo-soorten, omdat ze anders kunnen kruisen. Wees daarnaast voorzichtig met vissoorten die qua uiterlijk op de Saulosi lijken, aangezien deze als soortgenoten kunnen worden gezien en daardoor aangevallen kunnen worden.
Kweekinfo: Het kweken met deze soort is tamelijk eenvoudig.
Tijdens de paring doet het mannetje ontzettend zijn best om indruk te maken en vertoont hij zijn schitterendste kleuren. Dit is het moment waarop hij er op zijn allermooist uitziet. Vervolgens probeert hij het vrouwtje met trillende en gracieuze bewegingen te verleiden en te leiden naar een zorgvuldig uitgekozen plek achter wat stenen. Daar heeft hij in de bodem een gat gegraven met een doorsnede van ongeveer 10 centimeter, een werkje waar hij veel tijd en moeite in heeft gestoken. Het is op deze plek dat de paring uiteindelijk zal plaatsvinden.
De eitjes worden tijdens dit proces bevrucht met behulp van de zogenaamde eivlek-methode. Daarna neemt het vrouwtje de eitjes voorzichtig in haar muil, waar ze veilig kunnen worden uitgebroed. Dit proces maakt haar een maternale muilbroeder. Een enkel nest bevat doorgaans tussen de 10 en 20 eitjes, afhankelijk van omstandigheden zoals de gezondheid van het vrouwtje. De jongen komen na een broedperiode van ongeveer 13 tot 18 dagen uit hun eitjes. Zodra ze uitgebroed zijn, worden ze door het vrouwtje uit haar muil uitgespuugd. Vanaf dat moment worden ze niet meer in de muil toegelaten, zelfs niet wanneer er gevaar dreigt. De jonge visjes zullen vanaf dit punt helemaal op zichzelf moeten leren overleven. Als je graag wilt dat hele nesten succesvol overleven, is het verstandig om het vrouwtje na ongeveer 10 dagen broeden voorzichtig uit te vangen en apart te zetten. Vang haar echter niet te vroeg, want als je dit doet, loop je het risico dat ze de eitjes voortijdig uitspuugt en vervolgens niet meer opneemt. Na een broedperiode van ruwweg 13 tot 18 dagen zal het vrouwtje de jongen vanzelf uitspugen. Op de eerste dag na het uitspugen zal ze de jongen nog niet opeten, maar daarna ziet ze de jongen helaas als een eenvoudige voedselbron. Het is daarom cruciaal om haar op tijd te verwijderen om de jongen te beschermen. Zodra de jongen zijn uitgespuugd, kunnen ze direct gevoerd worden met fijngewreven droogvoer. Let er echter goed op dat dit herbivoren zijn. Het is belangrijk om niet te vaak artemia of ander levend voer te geven, omdat dit niet ideaal is voor hun dieet. Kies in plaats daarvan liever voor iets geschikters, zoals bijvoorbeeld spirulina, wat een uitstekende keuze voor hun voeding is.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 20-02-2025)