© Foto's: Stan De Jong

IUCN-status: Bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Zoogoneticus tequila.

Wetenschappelijke naam: Zoogoneticus tequila.

Synoniemen: 

Oorsprong: Mexico.

Biotoop: Noord-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes hebben een tot gonopodium (geslachtsorgaan) omgevormde vin onderaan de buik en zijn kleiner dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 17 - 22 graden Celsius.

pH: 6,8 tot 7,6.

GH: 16 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dichte beplanting met wat drijfplanten maar zorg ook voor open zwemruimte.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat stukken (kien)hout, stenen of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: Mannetje 3 cm en vrouwtje 5 cm.

Voedsel: Droogvoer, groenvoer, diepvriesvoer en levend voer. Bij gebrek aan groenvoer gaan ze de zachte planten te lijf.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: 1 mannetje met 2 of 3 vrouwtjes of een meervoud hiervan.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Draagtijd: Tot 50 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met de Zoogoneticus tequila is makkelijk en ze stellen aan het water verder geen eisen.

 

Het zijn levendbarende vissen die dus geen eitjes leggen maar direct levende jongen krijgen, zogenaamde eierlevendbarende vissen. Dit betekent dat de jongen volledig ontwikkeld worden geboren. Na de geboorte zijn de jonge visjes in staat om direct voor zichzelf te zorgen zonder hulp van hun ouders. De draagtijd van deze vissen kan oplopen tot ongeveer 50 dagen, wat relatief kort is. Er kunnen per geboorte tussen de 5 en 30 jongen ter wereld komen, afhankelijk van de grootte en de conditie van het vrouwtje. Grotere vrouwtjes zullen doorgaans meer jongen voortbrengen.

 

Geen van beide ouders zal de verantwoordelijkheid op zich nemen om voor de jongen te zorgen. Sterker nog, ze beschouwen hun eigen jongen vaak als een smakelijk hapje. Wil men echter zoveel mogelijk jongen behouden, dan is het verstandig om het zwangere vrouwtje apart te zetten in een speciaal kweekbakje. Zorg er dan voor dat het vrouwtje direct na de bevalling uit het kweekbakje wordt verwijderd om te voorkomen dat ze alsnog de jongen opeet.

 

Men kan er ook voor kiezen om de natuur zijn gang te laten gaan. In dat geval is het van groot belang om voldoende planten en drijfplanten in het aquarium te hebben. Deze planten bieden schuilplaatsen waar de jongen zich veilig kunnen verstoppen voor hun ouders en andere vissen. Op deze manier overleven de sterkste jongen en groeien zij op tot volwassen vissen. Om de jongen groot te brengen, kan men gebruik maken van fijn stofvoer of zorgvuldig fijngewreven droogvoer.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 05-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen