IUCN-status: Niet geëvalueerd
Nederlandse naam: Roodbuikpiranha.
Wetenschappelijke naam: Pygocentrus nattereri.
Synoniemen: Rooseveltiella nattereri, Pygocentrus altus, Serrasalmo ternetzi, Pygocentrus ternetzi, Serrasalmus ternetzi, Pygocentrus piraya, Serrasalmo piranha, Serrasalmus nattereri, Pygocentrus stigmaterythraeus.
Oorsprong: De rivier de Amazone, rivieren in het noordoosten van Brazilië en de rivieren in Paraguay, Paraná en Essequibo.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Het mannetje is doorgaans iets kleiner en de buikkiel is meer V-vormig t.o.v. de U-vorm bij het vrouwtje.
Temperatuur: 22 - 30 graden Celsius.
pH: 5 tot 8.
GH: 8 tot 11.
Licht: Matig tot sterk.
Beplanting: Gebruik sterke planten want ze knabbelen er graag aan.
Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Zwak tot matig heeft hun voorkeur echter zal een sterke filter wel nodig zijn omdat het slordige eters zijn en ze dus veel rommel maken.
Leeftijd: 10 jaar.
Lengte: 25 tot 30 cm.
Voedsel: Levende vis, visfilet en spiering, garnalen, mosselen en ook wormen worden over het algemeen probleemloos geaccepteerd. In sommige gevallen wordt zelfs droogvoer gegeten.
Aquariummaat: 200 cm.
Waterlaag: Midden en onder.
Gedrag tegenover soortgenoten: Agressief.
Gedrag tegenover andere soorten: Agressief.
Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 48 uur.
Bijzonderheden: Zorg dat de vissen voldoende voedsel krijgen, zo worden ze niet al te agressief tegenover soortgenoten. Andere vissoorten kan men er beter niet bijhouden. Zorg dat er in het aquarium veel schuilplaatsen zijn want ze zijn nogal schrikachtig en gaan dan naar alles in hun buurt bijten. Zo zal het dan ook geregeld voorkomen dat er gewonden vallen maar doorgaans genezen ze vaak ongelofelijk snel. Verder spreekt het voor zich dat u als eigenaar voorzichtig te werk moet gaan bij bijvoorbeeld het schoonmaken van het aquarium. Want ook daarvan kunnen ze schrikken en gaan bijten naar alles in hun buurt, dus ook uw handen.
Kweekinfo: Het kweken met deze vissen is niet makkelijk.
Voor de kweek is een heel groot aquarium nodig, zonder andere vissen. Omdat ze, zoals veel vissen uit het Amazonegebied, jongen krijgen in de regenperiode, dient deze periode te worden geïmiteerd. Vervang tachtig procent van het water door zacht, lichtzuur water en zorg voor overvloedig voer, letterlijk zoveel dat ze het niet opkrijgen.
Als er eitjes worden afgezet dan zijn dat er vaak wel duizend, het vrouwtje kan dan beter verwijderd worden omdat het mannetje broedzorg kent en is in die periode zéér agressief. Als de jongen eenmaal gaan zwemmen is de broedzorg weg en kan het mannetje beter ook worden verwijderd.
De jongen kunnen worden opgekweekt met Artemia-naupliën en ander klein levend voer.