Laatst bijgewerkt: 21 februari 2025

© Foto: Guido Pruim

IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Maanvis (hoge).

Wetenschappelijke naam: Pterophyllum altum.

Synoniemen: 

Oorsprong: Zuid-Amerika (Guyana en Noord-Brazilië).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Alleen te zien als de eitjes komen, dan zie je bij het vrouwtje de legbuis. Anders is er geen verschil te zien.

Temperatuur: 24 - 28 graden Celsius.

pH: 6 tot 7.

GH: 3 tot 8.

Licht: Matig.

Beplanting: Zorg voor veel planten waarvan Vallisneria soorten en andere stengelplanten zeker niet mogen ontbreken want daar hangen ze graag tussen. Denk er wel om dat er genoeg zwemruimte overblijft.

Bodembedekking: Gebruik zand of grind. Ook hout, takken en stenen mogen niet vergeten worden.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: 13 tot 16 cm. Hoogte 30 tot 35 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 150 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Groepje van 5 of meer.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits de medebewoners niet al te klein zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 2,5 dag.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met Maanvissen is redelijk makkelijk, zeker als men al een koppel heeft.

Men dient een grote kweekbak te gebruiken, de hoogte moet zeker 60 tot 70 cm zijn om voldoende ruimte te bieden voor de vissen en hun activiteiten. Deze dient op een rustige plaats te staan waar ze niet steeds worden gestoord, zodat ze een stressvrije omgeving hebben om zich voort te planten. In de kweekbak kan men een afzetkegel plaatsen, wat een ideale plek biedt voor de vissen om hun eitjes af te zetten. Ook kan men een platte steen die schuin in de kweekbak wordt geplaatst gebruiken, wat een natuurlijke en handige optie is. Gebruik dan een andere steen om te zorgen dat deze niet weg kan glijden en stevig op zijn plek blijft staan. Het beste kan men ook bijvoorbeeld een Zwaardplant in de kweekbak plaatsen (eventueel in een potje) om het vrouwtje eventueel wat extra beschutting en een veilige plek te geven als dat nodig mocht zijn. Het is sterk aanbevolen om geen bodembedekking te gebruiken, omdat dit later de ouders helpt om de eitjes die naar beneden vallen makkelijker terug te kunnen vinden en zo de kans op succesvolle uitkomst te vergroten.

Voer het koppel zéér afwisselend met vlokvoer, diepvriesvoer en levend voer, zodat ze een uitgebalanceerd dieet krijgen. In het diepvriesvoer zitten de witte mug, zwarte mug en tubifex, deze essentiële voedingsmiddelen mogen echt niet ontbreken voor een goed en gezond resultaat.

Als het koppel klaar is voor de paring, dan zullen ze vanzelf duidelijke interesse tonen voor de geplaatste afzetkegel of voor de platte steen die in het aquarium aanwezig is. Deze wordt door het koppel zorgvuldig en grondig schoongemaakt door met veel precisie te poetsen. Vaak is op dit moment de legbuis van het vrouwtje duidelijk zichtbaar, en daarnaast worden de kenmerkende strepen van de Maanvissen opvallend donker van kleur. Hierdoor zien de vissen er op dit moment misschien wel op hun allermooist uit, wat een bijzonder boeiend en fraai schouwspel oplevert.

De eitjes worden nu afgezet door het vrouwtje, terwijl het mannetje achter haar aan zwemt om ze zorgvuldig te bevruchten. Er kunnen maar liefst zo'n 500 eitjes worden afgezet tijdens dit proces. Het komt echter regelmatig voor dat lang niet alle eitjes daadwerkelijk bevrucht worden, waardoor sommige beschimmelen en niet levensvatbaar zijn. Beide ouders spelen een actieve rol in het verzorgen van het nest; ze houden het nauwlettend in de gaten en verwijderen de beschimmelde eitjes, waarna ze die ook direct opeten. Het is aan te raden om 's nachts een klein lampje te laten branden en de lichtstraal op de eitjes te richten. Op die manier kunnen de ouders het nest ook in het donker blijven zien en effectief bewaken. Doet u dit niet, dan is de kans aanzienlijk dat de ouders in paniek raken door het gebrek aan zicht en uiteindelijk de eitjes zelf opeten.

De eitjes komen na ongeveer 2,5 dag uit, afhankelijk van de temperatuur en de omgevingsomstandigheden. De jongen zitten op dat moment nog steeds stevig vastgeplakt op de afzetkegel of de steen waar de eitjes zijn afgezet. Soms besluiten de ouders om het gehele nest te verplaatsen naar een andere plek, bijvoorbeeld om de jongen beter te beschermen. Na ongeveer nog eens 5 dagen beginnen de jongen te zwemmen en kunnen ze gevoerd worden met vers uitgekomen Artemia, wat een uitstekende eerste voeding is. Het beste is om nu de ouders uit het aquarium te halen, maar men kan er ook voor kiezen om dit nog enkele dagen uit te stellen. Gedurende deze tijd worden de jongen namelijk nog steeds goed beschermd en verzorgd door beide ouders. Zorg ervoor dat je de jongen meerdere keren per dag voert, zodat ze voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen en goed kunnen groeien. Na ongeveer een periode van 5 weken kun je beginnen met het bijvoeren van fijngewreven droogvoer om de jongen langzaamaan aan ander voedsel te laten wennen.

Als men een nog jong en onervaren koppel heeft, kan het geregeld voorkomen dat de kweek mislukt omdat de ouders de eitjes opeten. Dit is een normaal verschijnsel en komt vrij vaak voor. Het jonge koppel moet namelijk nog leren hoe het hele proces van broeden en verzorgen werkt. Meestal duurt het niet lang voordat ze opnieuw een nest hebben, vaak al binnen een paar weken. Het is belangrijk om geduld te hebben, omdat jonge dieren de tijd nodig hebben om ervaring op te doen en te leren hoe ze hun nakomelingen het beste kunnen grootbrengen.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 21-02-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen