© Foto: Monique Brookman

IUCN-status: Niet bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Dwerg-algeneter of Oto.

Wetenschappelijke naam: Otocinclus affinis.

Synoniemen: Macrotocinclus affinis.

Oorsprong: Het Amazonegebied in Brazilië.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd dan het mannetje. Dit is van bovenaf goed te zien. De vrouwtjes worden ook iets groter dan de mannetjes.

Temperatuur: 20 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7.

GH: 4 tot 15.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale beplanting met bij voorkeur grootbladige planten.

Bodembedekking: Bij voorkeur fijn afgerond zand, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Stukken (kien)hout, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 5 tot 6 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 50 cm als ze solitair worden gehouden. 80 cm voor een groepje.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Groepsvis, minimaal 6. Ze kunnen solitair gehouden worden maar in een groepje voelen ze beter op hun gemak.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits de medebewoners niet te groot zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 2 tot 3 dagen.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met de Dwerg-algeneter is vrij lastig.

 

Over de kweek is maar weinig informatie bekend, en het zal dan ook puur een toevalstreffer zijn als het lukt om hierin succes te boeken.

 

De weinige eitjes worden doorgaans afgezet aan planten en/of stenen in het aquarium. De ouders besteden daarna geen aandacht meer aan de eitjes, waardoor het verstandig is deze over te brengen naar een apart kweekbakje. Overigens laten de ouders de eitjes wel met rust, maar andere medebewoners in het aquarium doen dat natuurlijk niet, en kunnen een bedreiging vormen. In het kweekbakje is het belangrijk dat er voldoende stroming aanwezig is om een optimale omgeving te creëren voor de eitjes.

 

De jongen komen meestal na 2 tot 3 dagen tevoorschijn, afhankelijk van de temperatuur en de omstandigheden in het water. Zodra de jongen vrij rond beginnen te zwemmen, kan men starten met het voeren van het allerkleinste voedsel, zoals fijn stofvoer of vloeibaar voedsel, om hun groei goed te ondersteunen en te bevorderen.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 03-03-2025)

Rating: 5 sterren
1 stem