© Foto's boven: Sandra Haagen

© Foto: Marco Mijdam

IUCN-status: Bedreigd (2019)

Nederlandse naam: Blauwe regenboogvis.

Wetenschappelijke naam: Melanotaenia lacustris.

Synoniemen:

Oorsprong: Nieuw Guinea in Lake Kutubu.

Biotoop: Australisch.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn veel kleurrijker dan de vrouwtjes en de volwassen mannetjes zijn veel hoger gebouwd.

Temperatuur: 21 - 25 graden Celsius.

pH: 7,4 tot 8,5.

GH: 10 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Ze houden van een beplant aquarium met hier en daar dicht beplante stukken en grote open stukken met veel zwemruimte.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, stenen en takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak. Een sterke filter is echter wel noodzakelijk, maar zorg dat de stroming zo min mogelijk is.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 8 tot 12 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 150 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 8 dagen.

Bijzonderheden: Deze vissen eisen hard water en zijn vatbaar voor een slechte waterkwaliteit, met name het nitriet en nitraat gehalte moet goed onder controle worden gehouden. Men dient dus regelmatig een deel water te verversen.

Kweekinfo: Het kweken met deze vis is tamelijk eenvoudig.

 

Men heeft een ruime kweekbak nodig die beplant moet zijn met fijnbladige planten of Javamos. Voor een goede voortplanting is dit essentieel, omdat het de vissen een geschikte omgeving biedt om eitjes af te zetten. Als men Javamos in het "normale" aquarium heeft zitten, zetten ze daar ook geregeld eitjes af tussen het Javamos. Deze eitjes kan men met een pluk van het Javamos ook eenvoudig overbrengen naar een gereedstaande kweekbak, zodat de eitjes daar in een gecontroleerde omgeving kunnen uitkomen.

 

Wil men gewoon een stelletje in de kweekbak zetten, plaats dan het meest fraaie mannetje samen met twee of drie vrouwtjes in de kweekbak. Dit dient om de kans op het vormen van een geschikt en vruchtbaar koppel aanzienlijk te vergroten. Voer de vissen dagelijks met levend voer, zoals muggenlarven of kleine watervlooien, om hun natuurlijke gedrag te stimuleren. Wanneer men dit consequent doet, duurt het vaak niet al te lang voordat er eitjes worden afgezet. Het afzetten van de eitjes kan echter wel meerdere dagen in beslag nemen. Het legsel zelf zal doorgaans bestaan uit ongeveer 100 tot 200 eitjes. Als u denkt dat ze klaar zijn met de ei-afzetting, kan men het beste de ouders uit de kweekbak verwijderen om te voorkomen dat ze de eitjes opeten.

 

De eitjes komen na een dikke week uit, afhankelijk van de temperatuur van het water en de algehele omstandigheden in de kweekbak. De jongen kan men opkweken met infusoriën en fijn stofvoer, omdat dit perfect aansluit op hun kleine formaat en voedingsbehoefte. Na verloop van tijd kan men ze geleidelijk pas uitgekomen Artemia-naupliën en kleine watervlooien gaan voeren, zodat ze sneller groeien en sterker worden.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 03-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen