© Foto's: Ed Overmars

IUCN-status: Onzeker (2014)

Nederlandse naam: Neoheterandria elegans.

Wetenschappelijke naam: Neoheterandria elegans.

Synoniemen:

Oorsprong: Rio Truando, een zijrivier van de Rio Atrato in Colombia.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes hebben een tot gonopodium (geslachtsorgaan) omgevormde vin onderaan de buik en het mannetje is kleiner dan het vrouwtje.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 9 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dichte beplanting met wat drijfplanten maar zorg ook voor open zwemruimte.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat stukken (kien)hout, stenen of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 3 jaar.

Lengte: Vrouwtje 2,5 cm, mannetje 2 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en vooral klein levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Vreedzaam, de vrouwtjes kunnen echter agressief gedrag vertonen. Er dienen dus voldoende schuilplaatsen aanwezig te zijn, bijvoorbeeld door dichte beplanting.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Draagtijd: Ongeveer 30 dagen.

Bijzonderheden: Deze visjes houden van wat zachter water en hebben geregeld klein levend voer nodig anders overleven ze niet lang. Men dient er rekening mee te houden dat dit kleine visje ook een klein bekje heeft, dus het gegeven voer moet erg klein zijn.

Kweekinfo: Het kweken met dit visje is makkelijk.

 

Het zijn levendbarende vissen die dus geen eitjes leggen, maar gelijk levende jongen krijgen. Dit maakt ze zogenaamde eierlevendbarende vissen. Na de geboorte zijn de jongen direct in staat om voor zichzelf te zorgen en zelfstandig te overleven, zonder dat de moeder verdere zorg hoeft te bieden. Dit bijzondere voortplantingsproces maakt deze vissen uniek en interessant voor liefhebbers van aquatische organismen.

De voortplanting van deze soort wijkt sterk af van de meeste andere levendbarende tandkarpers, waarbij de jongen in één enkele worp worden geboren. Bij deze vissoort is het proces bekend als 'superfoetatie'. Dit houdt in dat de jongen zich in verschillende ontwikkelingsstadia binnen het lichaam van het vrouwtje bevinden, waardoor ze niet allemaal tegelijkertijd geboren worden. Dit bijzondere voortplantingssysteem wordt ook bij enkele andere soorten uit het genus Poeciliopsis waargenomen. Voorbeelden hiervan zijn Poecilia elongata en Micropoecilia branneri, evenals het dwergtandkarpertje Heterandria formosa. Het is een opmerkelijk voorbeeld van de diversiteit in voortplantingsstrategieën binnen de vissenwereld.


Bij vissen die superfoetatie vertonen, vindt er een intensieve uitwisseling van voedingsstoffen plaats tussen de moeder en haar jongen. Deze uitwisseling is essentieel voor de groei en ontwikkeling van de jongen in de verschillende stadia voordat ze geboren worden en zorgt ervoor dat ze de nodige energie en voedingsstoffen krijgen om zelfstandig te kunnen leven na de geboorte.

 

De draagtijd van deze vissen bedraagt ongeveer 30 dagen, wat relatief kort is in vergelijking met sommige andere soorten. De jongen worden geboren in kleine groepjes van 2 tot 4 en dit proces strekt zich uit over meerdere dagen om de belasting voor het vrouwtje te minimaliseren. De jongen zijn bij de geboorte piepklein, slechts 2-3 mm groot. In de eerste dagen van hun leven voeden ze zich uitsluitend met infusoria, maar al snel schakelen ze over op micro-wormpjes, artemia en azijnaaltjes. Dankzij hun snelle groei bereiken ze al na ongeveer drie maanden de geslachtsrijpe leeftijd, waarmee ze zelf aan voortplanting kunnen gaan deelnemen.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 05-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen