Laatst bijgewerkt: 20 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2018)
Nederlandse naam: Krobia xinguensis.
Wetenschappelijke naam: Krobia xinguensis.
Synoniemen:
Oorsprong: Brazilië, alleen in de Xingu, een zuidelijke zijrivier van de Amazone.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien, alleen als ze volwassen zijn zijn de mannetjes groter dan de vrouwtjes (ongeveer 3 cm).
Temperatuur: 25 - 28 graden Celsius.
pH: 6 tot 7,5.
GH: 5 tot 8.
Licht: Matig.
Beplanting: Zorg voor veel planten waarvan ook stukken van het aquarium dicht beplant moeten zijn want daar schuilen ze graag tussen.
Bodembedekking: Het beste is zand of filterzand. Ook wat hout en platte stenen mogen niet vergeten worden.
Stroming: Matig tot normaal.
Leeftijd: 10 jaar.
Lengte: 12 tot 15 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: 150 cm.
Waterlaag: Midden en onder.
Karakter: Vreedzaam, alleen kleine vissoorten (< 4 cm) kunnen voor voedsel worden aangezien.
Aantal: Paartje of groepje als het aquarium groot genoeg is.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Men kan ze het beste samenhouden met bijvoorbeeld Maanvissen, Discusvissen of andere rustige soorten.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 48 uur, afhankelijk van de temperatuur.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: Het kweken met deze soort is niet al te moeilijk mits de waterwaarden aan de eisen voldoen.
Het is een substraatbroeder, een vis die zijn eieren afzet op een vaste ondergrond. Wil men met deze vissen kweken, dan is het belangrijk dat de waterwaarden precies goed zijn. Dit is cruciaal voor een succesvolle kweek. Door wekelijks een waterverversing uit te voeren van 25 tot 40% kan men deze optimale waterkwaliteit bereiken en behouden. Het paartje verzorgt over het algemeen hun jongen zeer goed. De broedzorg kan weken duren, en in sommige gevallen zelfs wel maanden, afhankelijk van de omstandigheden.
Deze vissen staan bekend om hun productiviteit. Er kunnen namelijk vele eitjes worden gelegd, waarbij 300 stuks absoluut geen uitzondering is. De eieren komen bij een constante temperatuur van 26 graden Celsius na ongeveer 48 uur uit, wat vrij snel is. Nog eens drie dagen later beginnen de jongen zelfstandig vrij rond te zwemmen.
Vanaf dat moment kunnen ze gevoerd worden met zeer fijn (droog)voer, wat speciaal geschikt is voor jonge visjes. Daarnaast kan men ze voeden met bijvoorbeeld Artemia-naupliën, wat een uitstekende aanvulling is voor hun groei en ontwikkeling.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 20-02-2025)