Laatst bijgewerkt: 23 februari 2025

© Foto: Petra De Neve

© Foto: Petra De Neve

© Foto: Anne Marie Hill

IUCN-status: Onzeker (2018)

Nederlandse naam: Geelbandgrondel of Bijtje.

Wetenschappelijke naam: Brachygobius xanthozona.

Synoniemen: Gobius xanthozona, Brachygobius xanthozona, Hypogymnogobius xanthozona, Hypogymnogobius xanthozonus.

Oorsprong: Zuidoost-Azië (Malakka, Sumatra, Borneo en Java).

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes zijn feller van kleur dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 22 tot 27 graden Celsius.

pH: 8 tot 8,5.

GH: 12 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Beplanting komt bijna niet voor in brak water dus dat is niet noodzakelijk. Houdt men de vissen in zoetwater dan wordt dichte beplanting en drijfplanten zeer op prijs gesteld. De vissen zullen dan echter al snel ziek worden en jong sterven.

Bodembedekking: Zand of grind en zorg ook voor erg veel schuilplaatsen in de vorm van stenen, grotten, takken en hout.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 4 jaar.

Lengte: 3 tot 5 cm.

Voedsel: Diepvriesvoer en klein levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Hoofdzakelijk op de bodem.

Karakter: Vredelievend.

Aantal: Groepje, maar zorg wel voor voldoende schuilmogelijkheden.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 6 tot 7 dagen.

Bijzonderheden: Hoewel ze een tijdje in zoetwater kunnen overleven, is het beter om ze in brak water te houden. Voeg hiervoor 1 tot 2 eetlepels zout toe per 10 liter water. Ze zijn niet geschikt voor een gezelschapsaquarium, omdat ze niet kunnen concurreren met snelle eters en daardoor risico lopen te verhongeren. Wel kunnen ze samenleven met soorten zoals het Halfsnavelbekje, het Rijstvisje en de Knorrende Goerami. Bij voorkeur plaats je ze in een aquarium met een minimale lengte van 80 cm. Het voeren kan een uitdaging zijn, aangezien ze in het wild bijna uitsluitend klein, levend voedsel eten.

Kweekinfo: Het kweken met de Geelbandgrondel is erg lastig. Het is slechts een paar keer in aquaria gelukt.

Men moet een groepje in een speciaal brakwater aquarium plaatsen. Dit aquarium dient zorgvuldig te worden ingericht om de natuurlijke leefomgeving zo goed mogelijk na te bootsen. Op de bodem dienen stenen en hout te worden geplaatst, die niet alleen decoratief zijn maar ook een functionele rol spelen. Tussen het hout en de stenen kan men buisjes van ongeveer 3 centimeter doorsnee plaatsen, omdat deze door het vrouwtje gebruikt zullen worden om de eitjes af te zetten. Deze buisjes kunnen bijvoorbeeld van pvc of keramiek zijn, zolang ze maar veilig zijn voor de bewoners van het aquarium.

Na een tijdje kan men het beste een gedeelte van het water verversen, omdat dit het mannetje zal aansporen en stimuleren. Het mannetje zal ook feller van kleur worden, wat een teken is van activiteit en territoriaal gedrag. Andere mannetjes worden door hem actief verjaagd, aangezien hij zijn omgeving verdedigt. Vervolgens zal hij achter de vrouwtjes aangaan om hen te verleiden tot paring. De eitjes worden doorgaans in een buisje geworpen, maar kunnen ook ergens op een steen of een stuk hout worden afgezet. Na het afzetten zal het mannetje het vrouwtje verjagen om de eitjes beter te kunnen bewaken. Er zullen doorgaans zo'n 50 tot 75 eitjes worden gelegd per keer.

Het mannetje zal de eitjes fel bewaken en alles en iedereen die te dichtbij komt zal resoluut worden weggejaagd. Hij gebruikt zijn borstvinnen om voortdurend vers en zuurstofrijk water over de eitjes te waaieren, zodat deze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Na ongeveer 6 tot 7 dagen komen de eitjes uit en verschijnen de jongen. Gedurende al deze tijd zal het mannetje niets eten, omdat hij al zijn energie en aandacht richt op het beschermen en verzorgen van de eitjes.

Als de jongen zijn uitgekomen, kan men direct beginnen met het voeren van fijngewreven gekookt eigeel, infusiediertjes en micro-aaltjes. Deze voedselbronnen zijn klein genoeg voor de pasgeboren jongen en bevatten de nodige voedingsstoffen voor hun groei. Na ongeveer een week zijn de jongen groot genoeg geworden om met artemia te worden gevoerd. Men kan echter niet direct met artemia beginnen, omdat deze nog te groot van formaat zijn en niet geschikt voor de net uitgekomen jongen.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 23-02-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen