Laatst bijgewerkt: 23 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2020)
Nederlandse naam: Clownbarbeel.
Wetenschappelijke naam: Barbodes everetti.
Synoniemen: Barbus everetti, Puntius everetti.
Oorsprong: Singapore en Borneo.
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Het mannetje is feller van kleur dan het vrouwtje en het vrouwtje is voller gebouwd dan het mannetje.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 8 tot 12.
Licht: Normaal.
Beplanting: Dichte randbeplanting met nog wel voldoende open zwemruimte.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat takken op de bodem worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 8 jaar.
Lengte: 7 tot 10 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, plantaardig voer en levend voer.
Aquariummaat: 120 cm.
Waterlaag: Onder het midden.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 50 uur.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: De kweek met de Clownbarbeel is niet eenvoudig.
Zo'n 2 tot 3 weken voordat men de vissen in de kweekbak plaatst, dient men de beide seksen zorgvuldig van elkaar te scheiden. Tegelijkertijd is het belangrijk om de vissen goed te voeden met hoogwaardige voeding, zoals muggenlarven en gewassen sla. Dit zorgt ervoor dat de vissen in optimale conditie verkeren en klaar zijn voor de kweekperiode wanneer die aanbreekt.
Men heeft een grote kweekbak nodig waarin de waterstand op een laag niveau moet worden gehouden, zo'n 10 tot 15 centimeter diep. Verder is het essentieel dat de kweekbak in de ochtend voldoende zonlicht opvangt, omdat dit bijdraagt aan een gunstige kweekomgeving. De bodem van de bak dient te worden bedekt met een stevige laag knikkers van ongeveer 3 knikkers hoog. Daarnaast is het belangrijk om de bak te voorzien van veel fijnbladige planten voor beschutting en bescherming. Deze planten kan men bijvoorbeeld in kleine potjes plaatsen, zodat ze stevig blijven staan en niet door de vissen worden verplaatst.
De watersamenstelling moet absoluut perfect zijn om de kweek succesvol te laten verlopen. Een temperatuur in het bereik van 26 tot 28 graden Celsius, gecombineerd met een pH-waarde van precies 7 en een GH-waarde tussen de 6 en 12, is ideaal. Als de kweek niet soepel verloopt, is de oorzaak vaak te herleiden tot het mannetje dat mogelijk te jong is. Mannetjes bereiken pas na anderhalf jaar volledige volwassenheid, terwijl de vrouwtjes vaak al na ongeveer een jaar klaar zijn om te paren.
Mocht de paring succesvol verlopen, dan worden er tussen de 500 en 2000 eitjes afgezet tussen de planten en/of de knikkers op de bodem. Zodra dit is gebeurd, is het van groot belang om de ouders onmiddellijk te verwijderen om de eitjes te beschermen. Na een periode van ongeveer 50 uur komen de eitjes uit en verschijnen de jonge visjes. Deze jongen kunnen aanvankelijk worden grootgebracht met infusoria en fijn stofvoer. Na verloop van enkele weken gaat de school jonge visjes zelfstandig op zoek naar voedsel op de bodem van de kweekbak, waarmee hun ontwikkeling verder wordt gestimuleerd.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 23-02-2025)