Laatst bijgewerkt: 25 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2020)
Nederlandse naam: Bijlzalm, gemarmerde.
Wetenschappelijke naam: Carnegiella strigata.
Synoniemen: Gasteropelecus strigatus, Carnegiella strigata strigata, Gasteropelecus fasciatus, Carnegiella strigata fasciata, Carnegiella strigata vesca, Carnegiella vesca, Carnegiella strigata marowini, Carnegiella strigata surinamensis.
Oorsprong: Guyana.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien. Als ze volwassen zijn is het vrouwtje van bovenaf gezien wat dikker dan het mannetje.
Temperatuur: 22 - 30 graden Celsius.
pH: 6 tot 7,5.
GH: 0 tot 4.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting. Drijfplanten zijn sterk aan te raden maar zorg dan wel dat er veel open ruimte aan het oppervlak overblijft.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 5 cm.
Voedsel: Droogvoer en kleine insecten (bv fruitvliegjes). Let er wel op dat u voer gebruikt wat blijft drijven want ze eten alleen voedsel vanaf de oppervlakte.
Aquariummaat: 60 cm.
Waterlaag: Oppervlakte.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.
Geschikt voor: Beginners.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 30 uur.
Bijzonderheden: Het zijn zeer goede springers en kunnen dus beter niet in een open aquarium worden gehouden. Ook als ze schrikken kunnen ze het aquarium uitspringen.
Kweekinfo: Het kweken met de Gemarmerde bijlzalm is niet al te moeilijk.
Allereerst is het van belang dat men het aquarium volledig verduistert, zodat de omstandigheden optimaal zijn, en daarnaast moet het water zacht en zuur zijn, met een pH-waarde die ligt tussen de 5 en 6 voor het beste resultaat. Het aquarium dient verder te worden uitgerust met drijfplanten, bij voorkeur planten die grote wortels hebben, zoals bijvoorbeeld de drijfvorm van de eikenbladvaren die hier bijzonder geschikt voor is.
De eitjes worden meestal afgezet tussen de wortels van de drijfplanten, waarna ze langzaam naar de bodem van het aquarium zakken. Zodra de ei-afzetting heeft plaatsgevonden, is het aan te raden om de ouders snel uit het aquarium te halen, omdat de kans groot is dat ze anders de eitjes zullen opeten, wat uiteraard voorkomen moet worden om de jongen een goede start te geven.
De eitjes komen na ongeveer 30 uur uit, afhankelijk van de temperatuur van het water, en de jongen beginnen na ongeveer 5 dagen vrij rond te zwemmen. De jongen dienen te worden opgekweekt met het allerfijnste stofvoer dat beschikbaar is, of met micro-organismen zoals pantoffeldiertjes. Na een dag of 7 kan men ze voorzichtig beginnen te voeden met Artemia-naupliën, die zeer geschikt zijn voor jonge visjes.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 25-02-2025)