IUCN-status: Bedreigd (2010)

Nederlandse naam: Staartvlekbarbeel of Wimpelbarbeel.

Wetenschappelijke naam: Dawkinsia arulius.

Synoniemen: Systomus arulius, Barbus arulius, Puntius arulius, Puntius arulius arulius, Systomus rubrotinctus, Puntius arulius tambraparniei.

Oorsprong: Azië (India).

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: De rugvin van het mannetje is langer dan die van het vrouwtje. Vrouwtjes zijn wat voller gebouwd dan de mannetjes en de rugvin van het vrouwtje is ronder van vorm dan die van het mannetje.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 6,5.

GH: 8 tot 12.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Zand of fijn grind. Wat (kleine)stenen op de bodem worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 12 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam, echter niet samen houden met Maanvissen, Betta splendens en de meeste Labyrintvissen (vanwege hun sprieten). Het zijn vinnenbijters.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 48 uur.

Bijzonderheden: De Staartvlekbarbeel is een echte Barbeelsoort, niet alleen wat soort betreft maar ook wat betreft het gedrag. Dat houdt dus in dat het vinnenbijters zijn (zie Karakter). Houdt ze in een school van minimaal 6 vissen, liever meer, anders gaan ze zich vervelen en gaan ze andere vissen (dus ook soortgenoten) pesten en achter najagen.

​

Kweekinfo: Het kweken met de Staartvlekbarbeel is vrij gemakkelijk.

 

Gebruik een ruime kweekbak en voorzie de kweekbak van voldoende fijnbladige beplanting, daar worden de eitjes op af gezet.

 

Geef de Staartvlekbarbelen, voor ze in de kweekbak worden geplaatst, een week lang voldoende eiwitrijk voedsel. Dat zal de ei productie bij het vrouwtje op gang brengen. Daarna kan men kijken welke een koppel vormen en deze in de kweekbak plaatsen.

 

Na de paring worden ongeveer 100 eitjes afgezet. Na de ei afzetting kunt u de ouders verwijderen, hun taak zit er nu op. De jongen komen na ongeveer 24 tot 48 uur uit. Als ze gaan zwemmen kan men ze het beste voeren met infusorien en vloeibaar voedsel, later met stofvoer en pas uitgekomen Artemia.