© Foto: Greetje Buijert - Nijdam

© Foto: Rik Dekker

© Foto: Greetje Buijert - Nijdam

© Foto: Andy Barbier

© Foto: Marieke Schreuder

IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Guppy, Guppie, Miljoenenvisje.

Wetenschappelijke naam: Poecilia reticulata.

Synoniemen: Acanthophacelus reticulatus, Girardinus reticulatus, Lebistes reticulatus, Poecilioides reticulatus, Haridichthys reticulatus, Pocilia reticulata, Poecilia reticulate, Poecilia reticulatus, Lebistes poecilioides, Lebistes poeciloides, Girardinus guppii, Acanthophacelus guppii, Heterandria guppyi.

Oorsprong: Zuid-Amerika.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes hebben een tot gonopodium (geslachtsorgaan) omgevormde vin onderaan de buik. Verder is het mannetje kleurrijker en kleiner dan het vrouwtje.

Temperatuur: Niet lager dan 15 - 18 graden, optimaal is 23 - 25 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 10 tot 25.

Licht: Matig tot veel.

Beplanting: Dichte beplanting met wat drijfplanten maar zorg ook voor voldoende open zwemruimte.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat stukken (kien)hout, stenen of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig tot normaal.

Leeftijd: Vrouwtjes maximaal 5 jaar, meestal 2 tot 3 jaar, mannetjes rond 1 jaar.

Lengte: Vrouwtje 6 cm, mannetje 4 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Overal.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: 1 mannetje met 3 vrouwtjes.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Draagtijd: 28 dagen.

Bijzonderheden: Beter niet samenhouden met Betta Splendens.

Kweekinfo: Het kweken met Guppen is zéér makkelijk en ze stellen aan het water verder geen eisen.

 

Het zijn levendbarende vissen die dus geen eitjes leggen maar gelijk levende jongen krijgen, zogenaamde eierlevendbarende vissen. Dit betekent dat de jongen zich volledig ontwikkelen in het lichaam van het vrouwtje voordat ze geboren worden. Na de geboorte zijn de jongen meteen zelfstandig en kunnen ze zonder hulp van de ouders voor zichzelf zorgen. Uit één paring kan het vrouwtje meerdere worpen krijgen, waarbij het aantal jongen per worp kan variëren van tussen de 10 en 70 jongen. Dit gebeurt met een tussenpoos van ongeveer 28 dagen, wat het mogelijk maakt om in korte tijd een groot aantal nakomelingen te krijgen.

 

Geen van beide ouders zal voor de jongen zorgen, en als ze de kans krijgen, eten ze hun eigen jongen zonder enige aarzeling op. Om te voorkomen dat dit gebeurt en om zoveel mogelijk jongen te behouden, kan men het hoogzwangere vrouwtje beter apart zetten in een speciaal kweekbakje. Na de bevalling dient het vrouwtje direct uit het bakje verwijderd te worden om de jongen te beschermen. Net voor het werpen kan men in het zwarte gedeelte van de buik kleine puntjes waarnemen. Deze puntjes zijn de oogjes van de ongeboren jongen en geven een duidelijk signaal dat de geboorte binnenkort zal plaatsvinden. Daarnaast is het een veelvoorkomend gedrag dat het vrouwtje kort voor de bevalling vaak rust op de bodem van het aquarium.

 

Men kan er ook voor kiezen om de natuur zijn vrije gang te laten gaan, zonder de jongen apart te zetten. Zorg in dat geval dat er voldoende planten en drijfplanten aanwezig zijn in het aquarium, zodat de jongen zich tussen het groen kunnen verstoppen en bescherming kunnen zoeken. Alleen de sterkste jongen zullen dan overleven en uitgroeien tot gezonde volwassen vissen. De jongen kunnen worden grootgebracht met stofvoer of fijngewreven droogvoer, wat een uitstekende voedingsbron is in de eerste maanden van hun leven. Ongeveer drie maanden na de geboorte beginnen de jongen langzaam hun kleuren te ontwikkelen, wat een indicatie is dat ze volwassen worden.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 05-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen