IUCN-status: Niet bedreigd (2012)

Nederlandse naam: Regenboog winde, Rainbowshiner.

Wetenschappelijke naam: Notropis chrosomus.

Synoniemen: Hybopsis chrosomus.

Oorsprong: Noord-Amerika (Alabama en Georgia).

Biotoop: Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is slanker en kleurrijker (vooral in de paring periode) dan het vrouwtje.

Temperatuur: 4 - 30 graden Celsius. Ideaal is tussen 18 en 20 graden Celsius, maar het water mag zeker niet het hele jaar door een constante temperatuur hebben.

pH: 6 tot 8.

GH: 4 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting, er moet echter wel veel zwemruimte overblijven.

Bodembedekking: Zand of grind. Hout, keien en wat takken op de bodem worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Normaal.

Leeftijd: 3 tot 5 jaar, vooral afhankelijk of men de winterperiode goed nabootst.

Lengte: 5 tot 8 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: Minimaal 100 cm aangezien deze vis houdt van zwemmen.

Waterlaag: Onder en midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 10 vissen.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee, want het zijn koudwater vissen en het zijn stevige zwemmers.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 1 tot 5 dagen, afhankelijk van de temperatuur.

Bijzonderheden: Dit visje kan ook prima in een vijver worden gehouden en als het in de winter niet al te koud is en de vijver dieper dan 80 cm dan kan hij zelfs overwinteren in de vijver.

Het is raadzaam om in een aquarium een sterk soort Corydoras (zoals de Corydoras aeneus) met ze samen te houden want ze weigeren voedsel van de bodem te pakken.

Verder houden ze van zuurstofrijk stromend water.

Zorg dat er in het aquarium ook een groep keitjes liggen want daar leggen ze hun eitjes graag op en tussen. Ook al wil men er niet mee kweken is het toch raadzaam om dat te doen want de eitjes moeten ze toch kwijt.

Kweekinfo: Het kweken met de Regenboog winde is niet al te moeilijk.

Men kan het beste, tijdens de broedperiode, een plastic bak met keitjes op de bodem plaatsen. Het is belangrijk dat deze bak stevig is en genoeg ruimte biedt voor de vissen om zich op hun gemak te voelen. De eitjes worden zorgvuldig tussen de keitjes gelegd, wat zorgt voor een veilige omgeving, en de mannetjes duiken er meteen achteraan om de eitjes te bevruchten. De paring gaat er behoorlijk wild en intens aan toe en kan wel 2 uur duren, al komt het ook vaak voor dat dit proces nog veel langer aanhoudt en flink wat energie vraagt van de dieren.

Als de paring helemaal klaar is, kan men de plastic bak met keitjes en de eitjes voorzichtig eruit halen en in een kweekbak plaatsen. Dit moet met de grootst mogelijke zorg worden gedaan om schade te voorkomen. Laat de keitjes absoluut liggen, want als men die verwijdert, hebben de eitjes geen beschutting meer. Dit gebrek aan bescherming zal ertoe leiden dat ook de later uitkomende larven kwetsbaar worden en uiteindelijk helaas sterven door het ontbreken van een veilige schuilplaats.

De larven komen, afhankelijk van de temperatuur in het water, na ongeveer 1 tot 5 dagen uit de eitjes. Dit is uiteraard afhankelijk van hoe warm of koud het water is. Nog eens 4 tot 7 dagen later is het larvenstadium definitief voorbij, en dan komen de jongen eindelijk tevoorschijn. Dit is een spannend moment dat veel aandacht en zorg vereist om de jonge dieren een goede start te geven. 

Vanaf dit moment kan men beginnen met het voeren van de jongen. Dit doet men met heel fijn voedsel zoals azijnaaltjes, stofvoer en liquifry. Het is belangrijk om ze voldoende te voeren zonder te overdrijven. In een later stadium kan men beginnen met het geven van Artemia-naupliën en microaaltjes, die een uitstekende voedingsbron vormen voor de groeiende jongen.

Zuig geregeld de bodem van de kweekbak schoon om opgehoopt vuil te verwijderen en zorg ervoor dat men vaak een gedeelte van het water ververst. Laat het verse water in het begin altijd druppelsgewijs in de kweekbak stromen, zodat de jonge vissen niet gestrest raken door plotselinge veranderingen. Deze zorgvuldige aanpak is essentieel om ervoor te zorgen dat de jongen gezond en sterk blijven groeien.