© Foto's: Ed Overmars

IUCN-status: Niet bedreigd (2006)

Nederlandse naam: Slakkenhuis cichlide Brevis.

Wetenschappelijke naam: Neolamprologus brevis.

Synoniemen: Lamprologus brevis, Lamprologus calliurus, Neolamprologus calliurus, Lamprologus taeniurus, Lamprologus ocellatus.

Oorsprong: Afrika in het Tanganyika meer.

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetje is iets groter dan het vrouwtje

Temperatuur: 24 - 26 graden Celsius.

pH: 8,5 tot 9.

GH: 7 tot 11.

Licht: Normaal.

Beplanting: Tussen de rotsen wat Vallisneria Spiralis wordt wel op prijs gesteld.

Bodembedekking: Bij voorkeur een fijne zandbodem en genoeg slakkenhuizen (meer slakkenhuizen dan vissen) waar ze graag in verblijven en hun eitjes in afzetten.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: Vrouwtje 4 en mannetje 5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer maar vooral levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Onder.

Karakter: Over het algemeen rustig maar kunnen agressief zijn bij het verdedigen van hun slakkenhuis.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 3 dagen.

Bijzonderheden: De Neolamprologus brevis is er in verschillende varianten omdat ze in het hele Tanganyika meer voorkomen. Zorg dat er in het aquarium altijd slakkenhuizen liggen want ze schuilen er ook wel in en gebruiken ze dus niet alleen voor het nest.

 

Kweekinfo: Het kweken met de Slakkenhuis cichlide brevis is redelijk eenvoudig.

 

Zorg voor slakkenhuizen waar een vis van 5 a 6 cm in past. Op de bodem kan men het best fijn zand leggen. Het vrouwtje kiest een slakkenhuis uit en legt de eitjes er in waarna het mannetje ze bevrucht. Beide ouders bewaken, vaak erg fanatiek, de schelp. Als de jongen gaan zwemmen kan men ze voeren met stofvoer en Artemia-naupliën.