IUCN-status: Niet bedreigd (2019)
Nederlandse naam: Betta raja.
Wetenschappelijke naam: Betta raja.
Synoniemen:
Oorsprong: Sumatra (Indonesië).
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Het mannetje is groter, kleurrijker, heeft uitgestrekte vinnen en een bredere kop dan het vrouwtje.
Temperatuur: 22 - 27 graden Celsius.
pH: 4 tot 7.
GH: 0 tot 4.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout en/of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: Onbekend.
Lengte: 6 tot 7 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en vooral klein levend voer zoals Daphia, Artemia en Rode muggenlarven. Zorg er wel voor dat u niet overvoert, ze worden snel te dik.
Aquariummaat: 80 cm.
Waterlaag: Midden en boven.
Karakter: V
Aantal: Als paartje of in een groep.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Kan, maar houdt ze dan wel samen met kleine en rustige soorten want ze zullen door grotere soorten worden geïntimideerd. Het is veel beter om ze in een speciaal aquarium te houden.
Tijd voor uitkomen eitjes: Tussen de 9 en 16 dagen.
Bijzonderheden: Zorg voor voldoende schuilplaatsen in het aquarium en zorg ervoor dat het goed is afgesloten. Deze vissen zijn namelijk uitstekende springers en kunnen zelfs door de kleinste openingen ontsnappen. Houd ze in zuur, zacht water met minimale stroming. Een bodem met bladafval wordt zeer gewaardeerd en draagt bij aan een natuurlijke omgeving. Ook kleipotten kunnen een uitstekende schuilplaats bieden en zijn een mooie toevoeging aan het aquarium.
Kweekinfo: Het kweken met deze soort is met zacht en zuur water gemakkelijk.
Het water moet zeer zacht en zuur zijn, omdat dit essentieel is voor het welzijn en de voortplanting van deze soort. De Betta raja is een muilbroeder waarbij tijdens de paring de bevruchte eitjes worden gevangen op de anaalvin van het mannetje en daarna zorgvuldig opgepakt in de mond van het vrouwtje. Vervolgens worden de eitjes uitgespuugd in het water, zodat het mannetje ze kan opvangen en veilig kan bewaren in zijn mond om de ontwikkeling ervan te beschermen.
De eitjes komen doorgaans na ongeveer 9 tot 16 dagen uit, afhankelijk van de omstandigheden, en de jongen kunnen onmiddellijk na het uitkomen direct worden opgekweekt met voedzame artemia-naupliën en microwormen. Het aantal jongen dat wordt geproduceerd is meestal vrij klein, doorgaans niet meer dan 10 stuks, wat kenmerkend is voor deze soort. Het wordt aangeraden om 2 tot 3 keer per dag kleine hoeveelheden voedsel toe te dienen aan de jongen, zodat ze optimaal kunnen groeien en gezond blijven.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 28-02-2025)