IUCN-status: Niet bedreigd (2019)
Nederlandse naam: Knorgoerami.
Wetenschappelijke naam: Trichopsis vittata.
Synoniemen: Osphromenus vittatus, Ctenops vittatus, Trichopsis vittatus.
Oorsprong: Thailand, Vietnam, Maleisië en Indonesië.
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: De mannetjes worden iets groter en hebben verlengde rug- en aarsvinnen.
Temperatuur: 22 - 28 graden Celsius.
pH: 5,5 tot 8.
GH: 5 tot 15.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, rotsen en/of takken worden zeker op prijs gesteld.
Stroming: Zwak.
Leeftijd: 8 jaar.
Lengte: 6 tot 7 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en vooral levend voer.
Aquariummaat: 80 cm.
Waterlaag: Boven.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: 1 mannetje met meerdere vrouwtjes of een grote groep.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samengehouden met rustige soorten.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 44 tot 48 uur.
Bijzonderheden: Hun naam "Knorgoerami" danken ze aan de knorgeluidjes die ze maken tijdens de balts.
Kweekinfo: Het kweken met de Knorgoerami is moeilijk.
Het mannetje bouwt een onopvallend maar bijzonder ingenieus en klein schuimnest, dat meestal zorgvuldig onder een drijvend blad wordt geplakt. Het water in de kweekbak moet geleidelijk worden verhoogd naar een temperatuur tussen de 29 en 31 graden Celsius, waarbij de waterhardheid tussen de 1 en 4 dH dient te liggen. Daarnaast is het ook belangrijk dat de waterhoogte nauwkeurig wordt ingesteld en deze moet variëren tussen de 8 en 15 cm om optimale omstandigheden te creëren.
Tijdens de paring laten beide vissen duidelijk hoorbare knorrende geluidjes horen, wat een fascinerend schouwspel is, en er worden gemiddeld zo'n 240 eitjes in het zorgvuldig gebouwde schuimnest gelegd. Na de paring neemt het mannetje de volledige zorg voor het nest op zich, terwijl het vrouwtje beter uit de kweekbak verwijderd kan worden, omdat zij anders continu door het mannetje zal worden opgejaagd en gestoord.
Na een periode van ongeveer 44 tot 48 uur komen de eitjes voorzichtig uit, waarna de jongen nog ongeveer 2 dagen in het beschermende schuimnest blijven zitten. Wanneer de jongen beginnen vrij te zwemmen, kan men ze eenvoudig infusoriën als eerste voedsel geven. Het blijft echter erg lastig om de jongen succesvol groot te brengen, vooral omdat ze extreem gevoelig zijn voor schommelingen in de temperatuur, wat een constante uitdaging vormt voor kwekers.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 02-03-2025)