© Foto: Johan Scheenstra

© Foto: Petra De Neve

IUCN-status: Niet bedreigd (2010)

Nederlandse naam: Gestreepte goerami.

Wetenschappelijke naam: Trichogaster fasciata.

Synoniemen: Trichogaster fasciatusColisa fasciata, Colisa fasciatus, Polyacanthus fasciatus, Colisha fasciatus, Trichopodus colisa, Trichopodus bejeus, Trichopodus cotra, Colisa vulgaris, Colisa ponticeriana.

Oorsprong: Birma, India, Pakistan, Nepal, Myanmar en Bangladesh.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is opvallend kleurrijker dan het vrouwtje. Daarnaast heeft het mannetje een rugvin die in een punt uitloopt, terwijl deze bij het vrouwtje afgerond van vorm is.

Temperatuur: 26 - 28 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 1 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind bij voorkeur in een donkere kleur. Stukken (kien)hout, rotsen en/of takken worden zeker op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 8 tot 12 cm.

Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Groepje van 5.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 24 uur.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: De kweek van de Gestreepte goerami is redelijk eenvoudig.

 

Voor een succesvolle kweek neemt men een ruime kweekbak met voldoende plaats. De kweekbak dient met een laag water van ongeveer 12 á 15 centimeter te worden gevuld om ideale omstandigheden te creëren, en er mag absoluut geen stroming zijn. Voorzie de kweekbak van een aantal drijfplanten of andere planten waarvan de bladeren op het wateroppervlak drijven. Deze planten spelen een cruciale rol in het proces omdat ze helpen om het schuimnest op zijn plaats te houden en stabiliteit te bieden. Nadat het koppel in de kweekbak is geplaatst, verhoogt men langzaam en voorzichtig de temperatuur tot 28 graden Celsius om de juiste omgeving te garanderen.

 

Het mannetje zal een groot en vaak slordig schuimnest bouwen, wat kenmerkend is voor het proces. Na de balts, waarbij de vissen een indrukwekkend gedrag vertonen, gaan de goerami's over tot de ei-afzetting. Een nest zal gemiddeld rond de 600 eitjes bevatten, wat een indrukwekkend aantal is. Na het afzetten van de eitjes is het belangrijk dat het vrouwtje snel uit de kweekbak wordt verwijderd, omdat het mannetje haar anders constant zal verjagen of zelfs kan proberen te doden door zijn beschermende instincten.

 

Het mannetje zal intensief voor het nest zorgen en het actief bewaken tegen mogelijke gevaren. Eitjes die naar beneden zinken zullen door het mannetje in de bek worden opgepakt en vervolgens weer zorgvuldig worden teruggespuwd in het nest. Dat is tevens de reden dat er maar 12 á 15 cm water in de kweekbak moet zitten, omdat een diepere waterlaag het mannetje zou dwingen om een grotere afstand af te leggen, wat het proces onnodig zou bemoeilijken. Dit gedrag is een fascinerend voorbeeld van ouderlijke zorg in de natuur.

 

De jongen komen na ongeveer 24 uur voorzichtig tevoorschijn, afhankelijk van de omstandigheden. Zodra de jongen zelfstandig beginnen te zwemmen, kunnen ze gevoerd worden met Artemia-naupliën en fijn stofvoer om hun groei te ondersteunen. Het mannetje dient dan ook uit de kweekbak te worden verwijderd, omdat zijn taak is volbracht en zijn aanwezigheid mogelijk storend kan werken voor de verdere ontwikkeling van de jongen.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 01-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen