IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Driestreep pantsermeerval.

Wetenschappelijke naam: Hoplisoma trilineatum.

Synoniemen: Corydoras episcopi, Corydoras dubius, Corydoras trilineatus.

Oorsprong: Peru, Equador en het Amazonegebied.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd dan het mannetje.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 7,5.

GH: 5 tot 15.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale beplanting, bij gebruik van drijfplanten er wel voor zorgen dat er grote open stukken zijn waar ze lucht kunnen happen.

Bodembedekking: Gebruik fijn afgerond zand anders kunnen hun baardharen beschadigen. Verder de bak inrichten met schuilholen, kienhout, grotten en stenen.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 15 jaar.

Lengte: 5 tot 6 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Groepsvis, minimaal 6.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits er voldoende schuilplaatsen aanwezig zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 2 tot 3 dagen.

Verwarring: De Corydoras trilineatus wordt erg vaak te koop aangeboden als de Corydoras julii, let dus goed op als men de julii wilt hebben want die is maar zelden te koop.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken van deze soort is vrij lastig omdat de eitjes snel beschimmelen.

Neem een aparte kweekbak voor het beste kweekresultaat, want dit zorgt ervoor dat de omstandigheden optimaal zijn voor het kweken. Plaats 2 mannetjes en 1 vrouwtje in de kweekbak. Indien men niet zeker is van het geslacht van de vissen, kan men er ook voor kiezen om een groepje van 5 exemplaren in de kweekbak te plaatsen. Voer de vissen gedurende een week met zéér gevarieerd voer, bij voorkeur een combinatie van droogvoer, diepvriesvoer en ook levend voer, zodat de dieren in uitstekende conditie zijn. Daarna laat men langzaam de temperatuur geleidelijk aan zakken naar ongeveer 19 graden Celsius. Dit kan worden bereikt door er een gedeelte water uit te halen en te vervangen door koud water, wat ook helpt om de natuurlijke prikkel na te bootsen.

De vissen zullen dan die nacht direct, of de daarop volgende nacht, al overgaan tot de ei-afzetting als de omstandigheden ideaal zijn. Zodra één of meerdere vrouwtjes beginnen met het afzetten van eitjes, zullen de andere vissen vaak meedoen. Dit gedrag zorgt ervoor dat er een cyclus op gang komt, ook bij vissen die zelf geen eitjes produceren. Als de eitjes zijn afgezet, is het noodzakelijk om de volwassen vissen zo snel mogelijk uit de kweekbak te verwijderen, omdat ze anders de eitjes zullen opeten. Zorg er ook voor dat de verlichting niet te fel is, omdat te veel licht de eitjes kan aantasten en de kans op beschimmeling sterk vergroot. Een gedempte verlichting biedt precies de juiste balans.

De eitjes komen doorgaans na ongeveer 2 tot 3 dagen uit, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden. Men kan de jongen vervolgens succesvol opvoeden met kleine ongewervelden zoals Cyclops en Artemia-naupliën, die uitstekend geschikt zijn als eerste voedselbron.