© Foto: Bas Harmsen
© Foto: Mina Sophia Frederik
© Foto: Marieke Schreuder
© Foto: Anita Van Drunen - de Wagt
Naam: Japonica garnaal.
Andere benamingen: Amanogarnaal en Japanse beekgarnaal.
Wetenschappelijke naam: Caridina multidentata.
Oorsprong: Japan, Taiwan, Madagascar en Indonesië.
Uiterlijk: Zijn lichaamskleur is voornamelijk lichtbruin. Op zijn rug loopt een getinte streep van kop tot staart. Op de garnaal zijn zijde, zijn er gebroken strepen en die zijn roodbruin van kleur. De staart bevat 2 of meer zwarte en witte vlekken.
Geslachtsonderscheid: Vrouwtjes zijn iets groter en herkenbaar aan de olijfgroene eivlek. Japonica’s hebben op de zijkant van het lijf twee bruin/zwarte lijnen zitten. De onderste lijn bestaat bij vrouwtjes uit korte streepjes en bij mannetjes bestaat de onderste lijn uit stippen.
Temperatuur: 12 tot 26 °C.
pH: 6,8 tot 8.
GH: 5 tot 20.
Leeftijd: 4 tot 8 jaar.
Lengte: 4 tot 5 cm.
Voedsel: Speciaalvoer voor garnalen, vlokken- en granulaatvoer voor vissen, dode bladeren van de beuk en de eik, fijngestampte erwten en gekookte bladeren van spinazie of andere groenten. Ook algen staan bij de Japonica hoog op het menu, zelfs draadalgen eten ze graag.
Aquariummaat: Vanaf 30 cm.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Minimaal 5 stuks.
Geschikt voor: Beginners.
Bodembedekking: Zand of fijn grind.
Aquariuminrichting en beplanting: Het aquarium kan gewoon normaal beplant worden, gebruik bij voorkeur fijnbladige planten en mossoorten. Schuilplaatsen zijn noodzakelijk. Ook houden ze van stroming in het water.
Belichting: Normaal tot veel.
Ander gezelschap: Men kan ze samenhouden met rustige en vriendelijke vissen, ook met andere (kleinere) garnalensoorten kunnen ze prima samenleven. Kreeften en/of dwergkreeften zijn minder geschikt om met ze samen te houden.
Tijd voor uitkomen eitjes: 6 weken.
Aantal jongen: 1000 tot 2000.
Kweekinfo: Lukt alleen in brakwater, echter zelfs dan blijft het lastig.
Bijzonderheden: Soms hoort men ook van een succesvolle vermenigvuldiging in puur zoetwater. Het zou kunnen dat het zich hier om een vergelijkbaar uitziende soort gaat, die eveneens als Caridina multidentata (vroeger: japonica) geïmporteerd werd, en zich in aquaria voortplant.