Laatst bijgewerkt: 23 februari 2025
IUCN-status: Bedreigd (2006)
Nederlandse naam: Aphanius iberus.
Wetenschappelijke naam: Aphanius iberus.
Synoniemen: Cyprinodon iberus, Lebias iberus, Lebias ibera, Aphanius iberius, Lebias ibericus, Cyprinodon ibericus.
Oorsprong: Spanje, Marokko en Algerije.
Biotoop: Afrikaans.
Geslachtsonderscheid: Het vrouwtje is opvallend groter dan het mannetje, met een bredere buikpartij die haar een robuustere uitstraling geeft. Daarnaast is het vrouwtje minder kleurrijk en hebben haar vinnen een kleurloze uitstraling.
Temperatuur: 10 - 30 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 8 tot 10.
Licht: Normaal.
Beplanting: Dichte beplanting maar zorg wel dat er voldoende zwemruimte over blijft. Drijfplanten worden ook op prijs gesteld.
Bodembedekking: Zand of grind.
Stroming: Zwak tot matig.
Leeftijd: 2 jaar.
Lengte: 4 tot 5 cm.
Voedsel: Levend voer, vooral muggenlarven.
Aquariummaat: 60 cm.
Waterlaag: Midden en boven.
Karakter: Mild-agressief.
Aantal: Groepje van 5 of meer.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 10 tot 14 dagen.
Bijzonderheden: Deze vissen gedijen het beste in een speciaal ingericht aquarium. Tijdens de wintermaanden dient de watertemperatuur tussen 10 en 16 graden te liggen. Naarmate de lente nadert, kan de temperatuur geleidelijk worden verhoogd tot ongeveer 28 graden, waarna de eitjes zullen worden afgezet.
Kweekinfo: Het kweken met deze vissen is redelijk eenvoudig.
De meeste gezonde vrouwtjes leggen regelmatig relatief grote, grijsachtig witte eitjes tussen de drijfplanten en plukjes alg die in het water aanwezig zijn. Deze eitjes kan men met enige zorg verzamelen en in een speciaal kweekbakje plaatsen om ze daar verder te laten ontwikkelen.
Wil men een groter aantal eitjes verzamelen, dan kan men het beste het vrouwtje, samen met twee mannetjes, na de winterperiode, in een apart kweekbakje onderbrengen. Vervolgens dient men de temperatuur geleidelijk op te voeren naar ongeveer 28 graden Celsius voor optimale omstandigheden. Het kweekbakje kan eenvoudig worden ingericht met fijnbladerige planten, drijfplanten of bijvoorbeeld een bosje nylondraad. Zodra de eiafzetting voltooid is, is het noodzakelijk om de ouderdieren uit het bakje te verwijderen om te voorkomen dat de eitjes worden opgegeten.
De eitjes komen na een periode van ongeveer 10 tot 14 dagen uit, afhankelijk van de omstandigheden, en één dag later zwemmen de jongen zelfstandig vrij rond. Op dat moment kunnen ze meteen gevoerd worden met artemia-naupliën of het fijnste stofvoer, zodat ze de benodigde voedingsstoffen krijgen voor hun verdere groei en ontwikkeling.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 23-02-2025)