Laatst bijgewerkt: 18 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2020)
Nederlandse naam: Roodborst acara.
Wetenschappelijke naam: Laetacara dorsigera.
Synoniemen: Acara dorsiger, Aequidens dorsiger, Aequidens dorsigerus, Aequidens dorsigera, Astronotus dorsigera en Parvacara dorsigera.
Oorsprong: Brazilië, Argentinië, Paraguay en Bolivia.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Het onderscheid is lastig te zien bij jonge vissen. Bij volwassen exemplaren is het mannetje echter iets groter dan het vrouwtje, wat meer gekleurd en heeft het langere vinstralen.
Temperatuur: 22 - 29 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 1 tot 10.
Licht: Zwak.
Beplanting: Houden van een dichte beplanting.
Bodembedekking: Een donkere, zanderige bodem geniet hun voorkeur.
Stroming: Zwak.
Leeftijd:
Lengte: Vrouwtje 7 cm en mannetje 8 cm.
Voedsel: Klein levend voer, diepvriesvoer of droogvoer.
Aquariummaat: 80 cm.
Waterlaag: Midden en onder.
Karakter: Over het algemeen zijn ze vredig en soms wat teruggetrokken, maar tijdens de paartijd worden ze opvallend agressief en sterk territoriaal.
Aantal: Paartje.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, maar alleen in combinatie met rustige en niet te drukke vissen. Het is aan te raden om een scholenvisje toe te voegen dat in de bovenste waterlaag zwemt. Dit helpt hen minder schuw te zijn en zorgt ervoor dat ze zich vaker laten zien.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 40 tot 44 uur.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: De kweek met de Laetacara dorsigera is best te doen.
Het beste kan men een koppel in een kweekbak doen en ze flink gaan voeren met klein levend voer, zoals watervlooien of kleine wormpjes. Ververs op een gegeven moment een groot deel van het water, zodat de omstandigheden vers en optimaal blijven, en voer de temperatuur iets op naar ongeveer 24 of 25 graden Celsius. De baltsperiode kan wel 3 dagen duren en is een boeiend proces om te observeren. Als het goed is worden er dan zo'n 300 eitjes afgezet op een platte steen, dus dient men er voor te zorgen dat die dan ook in de kweekbak aanwezig zijn als geschikte afzetplek.
Het vrouwtje zal voor de eitjes zorgen door ze zorgvuldig schoon te houden, terwijl het mannetje het territorium fel zal verdedigen tegen eventuele indringers. Na een periode van 40 tot 44 uur komen de jongen tevoorschijn, wat een bijzonder moment is, en worden ze in ondiepe kuiltjes ondergebracht. De komende 4 dagen worden ze geregeld naar andere kuiltjes verhuisd door de ouders, die zeer zorgzaam en oplettend te werk gaan.
Als de jongen vrij gaan rondzwemmen, kunnen ze vanaf dat moment met raderdiertjes en Artemia-naupliën worden grootgebracht, wat voor hun groei en ontwikkeling essentieel is. Beide ouders zullen de jongen zo goed mogelijk beschermen tegen bedreigingen en blijven ze intensief verzorgen om hun overlevingskansen te maximaliseren.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 18-02-2025)