© Foto's: Stan De Jong

IUCN-status: Kwetsbaar (2019)

Nederlandse naam: Kommazwaarddrager.

Wetenschappelijke naam: Xiphophorus signum.

Synoniemen: Xiphophorus helleri signum.

Oorsprong: Guatemala.

Biotoop: Noord-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes hebben een tot gonopodium (geslachtsorgaan) omgevormde vin onderaan de buik. Ook is het mannetje kleiner dan het vrouwtje en de vrouwtjes hebben een afgeronde staart.

Temperatuur: 22 - 25 graden Celsius.

pH: 7,2 tot 8.

GH: 10 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale beplanting met wat drijfplanten en zorg voor veel open zwemruimte.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat stukken (kien)hout, stenen of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Normaal.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: Mannetjes 7,5 en vrouwtjes 10 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: 1 mannetje met 2 vrouwtjes of een meervoud hiervan.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Draagtijd: Ongeveer een maand.

Bijzonderheden: Ondanks dat de meeste levendbarende tandkarpers uit hetzelfde genus met elkaar kunnen kruisen is dat met de Kommazwaarddragers niet het geval. Er zijn wel pogingen gedaan, zelfs d.m.v. kunstmatige inseminatie, maar het leidde niet tot jongen. Men kan ze dus gerust met andere Xiphophorus soorten samenhouden.

 

Kweekinfo: Het kweken met de Kommazwaarddrager is zéér makkelijk en ze stellen aan het water verder geen eisen.

 

Het zijn levendbarende vissen die dus geen eitjes leggen, maar gelijk levende jongen ter wereld brengen, zogenaamde eierlevendbarende vissen. Dit betekent dat de jongen na de geboorte direct zelfstandig hun weg kunnen vinden en voor zichzelf kunnen zorgen. De draagtijd van deze vissen bedraagt meestal rond de 4 weken, wat relatief kort is maar voldoende voor de jongen om zich goed te ontwikkelen. Bij de geboorte kan het aantal jongen variëren tussen de 10 en 100, afhankelijk van de gezondheid en grootte van het vrouwtje.

 

Geen van beide ouders zal voor de jongen zorgen, wat betekent dat de jongen volledig op zichzelf zijn aangewezen vanaf het moment van hun geboorte. Sterker nog, als de ouders de kans krijgen, eten ze zonder aarzelen hun eigen jongen op. Om te voorkomen dat dit gebeurt en om zoveel mogelijk jongen te behouden, kan men het zwangere vrouwtje beter apart zetten in een speciaal kweekbakje. Na de bevalling kan het vrouwtje dan zo snel mogelijk uit het bakje worden verwijderd om de jongen te beschermen. Net voordat het werpen plaatsvindt, kan men in het zwarte gedeelte van de buik van het vrouwtje kleine puntjes zien zitten. Deze puntjes zijn de oogjes van de ongeboren jongen en vormen een duidelijk teken dat de geboorte spoedig zal plaatsvinden.

 

Een andere optie is om de natuur zijn gang te laten gaan, zonder al te veel tussenkomst. Zorg in dat geval wel dat er voldoende planten en drijfplanten in het aquarium aanwezig zijn, zodat de jongen zich tussen het groen kunnen verschuilen en zichzelf kunnen beschermen tegen mogelijke bedreigingen, waaronder hun eigen ouders. Alleen de sterkste jongen zullen op deze manier overleven en kunnen uitgroeien tot gezonde volwassenen. Voor het grootbrengen van de jongen kan men gebruikmaken van stofvoer, fijngewreven droogvoer of Artemia-naupliën, die speciaal geschikt zijn voor de pasgeboren vissen en hen voorzien van de juiste voedingsstoffen.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 05-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen