© Foto's boven: Johan Scheenstra

© Foto: Henk Grundmeijer

IUCN-status: Niet bedreigd (2019)

Nederlandse naam: Werners regenboogvis.

Wetenschappelijke naam: Iriatherina werneri.

Synoniemen:

Oorsprong: Australië en Nieuw-Guinea.

Biotoop: Australisch.

Geslachtsonderscheid: Wat meteen opvalt bij het mannetje zijn de langgerekte vinnen. De voorste rugvin is opvallend hoog en breed, terwijl de voorste vinstralen van de achterste rugvin en aarsvin de elegante vorm van een wimpel aannemen. Ook de staartvin heeft aan beide zijden een verlengde vinstraling. Het vrouwtje daarentegen heeft een aanzienlijk eenvoudiger vinnenstelsel. Haar staartvin is licht gevorkt en doorzichtig. Alleen de rugvin en aarsvin tonen een subtiele geelachtige gloed met een duidelijk zwarte, iets verlengde laatste vinstraal. De verlengde vinnen van het mannetje zijn volledig zwart, terwijl de staartvin doorzichtig blijft, met alleen het verlengde deel in een oranjeachtige tint. Het lichaam van het mannetje heeft een warme bruin-oranje gloed, terwijl het vrouwtje een meer zilverkleurige uitstraling heeft.

Temperatuur: 25 - 27 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 12 tot 16.

Licht: Matig.

Beplanting: Een dichte beplanting en drijfplanten om het licht te dimmen stellen ze erg op prijs. Er moet echter wel voldoende open zwemruimte overblijven.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, stenen en takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: Vrouwtjes 3,5 en mannetjes 5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en klein levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 10 vissen.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 5 tot 6 dagen.

Bijzonderheden: Om in goede conditie en gezondheid te blijven hebben ze geregeld levend voer of diepvriesvoer nodig. Gooi echter nooit een grote hoeveelheid in één keer in het water, dan zal het meeste naar de bodem zinken en dat wordt niet door de vissen gepakt. Ze weigeren voedsel van de bodem te pakken.

Kweekinfo: Het kweken met deze vis is niet eenvoudig.

 

Men heeft een ruime kweekbak nodig die beplant moet zijn met fijnbladige planten en/of Javamos, aangezien daar de eitjes tussen worden afgezet. Het is belangrijk om deze beplanting goed te verzorgen, want het biedt de ideale omgeving voor het afzetten van de eitjes. Plaats in de kweekbak 1 mannetje en 2 vrouwtjes, zodat de voortplanting op een natuurlijke en effectieve manier kan plaatsvinden.

 

Voer de vissen gedurende een volledige week met een combinatie van levend voer en diepvriesvoer om ze in optimale conditie te brengen. Het afzetten van de eitjes kan enige tijd in beslag nemen, meestal zo'n 4 dagen. Tijdens deze periode kunnen er in totaal zo’n 250 eitjes worden afgezet, wat afhankelijk is van de omstandigheden. Zodra u denkt dat de vissen klaar zijn met het afzetten van de eitjes, is het aan te raden om de volwassen vissen voorzichtig uit de kweekbak te verwijderen. Men kan er ook voor kiezen, vooral als men zoveel mogelijk jongen wil behouden, om dagelijks de planten met de afgezette eitjes te verwijderen en apart te plaatsen. Dit proces kan men herhalen totdat het afzetten van de eitjes volledig stopt.

 

De eitjes komen na ongeveer 5 tot 6 dagen uit, afhankelijk van de temperatuur waarbij ze worden gehouden. Zodra de jongen zelfstandig beginnen te zwemmen, kan men starten met het opkweken door ze te voeden met fijn stofvoer en radardiertjes. In een latere fase kan men overstappen naar pas uitgekomen Artemia-naupliën om de groei verder te stimuleren. Wanneer de jongen een leeftijd van 12 tot 13 weken hebben bereikt, zijn ze volledig geslachtsrijp en klaar om zelf een volgende generatie voort te brengen.

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 03-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen