© Foto mannetje: Eric Cruypelinck

© Foto vrouwtje: Ed Overmars

IUCN-status: Niet bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Fossorochromis rostratus.

Wetenschappelijke naam: Fossorochromis rostratus.

Synoniemen: Tilapia rostrata, Cyrtocara rostrata, Haplochromis rostratus, Haplochromis macrorhynchus.

Oorsprong: Afrika (Malawi Meer).

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes zijn een stuk groter dan de vrouwtjes. Het dominante mannetje krijgt een zogenaamd prachtkleed, andere mannetjes hebben een zilvergroene grondkleur. De vrouwtjes hebben een zilverbeige grondkleur.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 7,5 tot 8,5.

GH: 12 tot 16.

Licht: Normaal.

Beplanting: Niet noodzakelijk.

Bodembedekking: Bij voorkeur een fijne zandbodem. Verder de bak inrichten met aan de randen stenen, kienhout, takken en grotten zodat het middengedeelte open zwemruimte blijft.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: Vrouwtjes tot 35 cm en mannetjes tot 40 cm in het aquarium, in het wild blijven ze een stuk kleiner.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 200 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Mild agressief.

Aantal: 1 mannetje met 2 vrouwtjes of een meervoud hiervan.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitspugen eitjes: 3 weken.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is vrij makkelijk.

 

Als men een paartje heeft kiest het mannetje een broedplek uit wat meestal een plat stuk rots of steen is, ook kan hij een holte in het zand graven. Dat gat kan behoorlijk groot zijn, in de natuur wel een doorsnee van 2 1/5 meter. Als het vrouwtje de eitjes heeft gelegd neemt ze ze direct in haar bek waar ze door het mannetje worden bevrucht met de zogenaamde eivlekmethode.

 

De ongeveer 100 tot 130 eitjes worden na een week of 3 uitgespuugd en men kan ze dan direct voeren met pekelkreeftjes, Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer.

 

Het vrouwtje zal echter nog zeker een paar weken voor de jongen blijven zorgen en 's nachts of bij gevaar ze weer in haar bek nemen.