Laatst bijgewerkt: 28 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2020)
Nederlandse naam: Vuurneon.
Wetenschappelijke naam: Hemigrammus erythrozonus.
Synoniemen:
Oorsprong: Noorden van Zuid-Amerika.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien. Het mannetje is wat slanker dan het vrouwtje en het vrouwtje heeft een wat vollere buik als ze klaar is om eitjes te leggen.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 2 tot 12.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte beplanting. Drijfplanten zijn aan te raden en dan kan tevens de verlichting wat sterker.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 4 jaar.
Lengte: 4 tot 6 cm.
Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer.
Aquariummaat: 60 cm.
Waterlaag: Onder het midden.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minstens 6 vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer één dag.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: Het kweken met de Vuurneon is redelijk eenvoudig.
Zorg ervoor dat de vissen die je wilt gebruiken voor de kweek goed en consistent gevoed worden, bij voorkeur met een gevarieerd dieet dat ook veel levend voer bevat. Dit is cruciaal om de ei-productie bij het vrouwtje optimaal op gang te brengen. Hoewel het kweken van deze vissen over het algemeen als redelijk eenvoudig wordt beschouwd, hebben ze specifieke eisen wat betreft de samenstelling van het water. Het water moet zacht en zuur van aard zijn, en het is nodig om te filteren over turf om de juiste omstandigheden te creëren. De pH-waarde moet daarbij liggen tussen de 4,8 en 5 (absoluut nooit hoger dan 6), terwijl de GH-waarde tussen de 0 en 1 moet blijven (ook hier mag het nooit hoger zijn dan 2). Regenwater dat men opvangt, is hiervoor bijzonder geschikt, aangezien het vaak aan deze eisen voldoet. In de kweekbak is het aan te raden om fijnbladige planten en/of Javamos te plaatsen, zodat de vissen een geschikte plek hebben voor de ei-afzetting. Om de paring succesvol te stimuleren, is het verstandig het licht te dimmen of temperen, omdat de paring uitsluitend plaatsvindt tijdens de schemering. Nadat de vissen ongeveer 2 tot 3 dagen in de kweekbak hebben doorgebracht, kun je stap voor stap de temperatuur verhogen naar een bereik van 25 tot 27 graden Celsius. Een geleidelijke aanpak, bijvoorbeeld een stijging van 1 graad per dag, werkt hierbij het beste.
Wanneer het paartje eenmaal is begonnen met het afzetten van de eitjes, is het belangrijk om enige geduld te bewaren. Per keer worden namelijk slechts zo'n 3 tot 8 eitjes afgezet. Dit proces herhaalt zich echter, en dit gaat door totdat er in totaal ongeveer 200 eitjes zijn afgezet. Wanneer je denkt dat de ouderdieren klaar zijn met het afzetten van de eitjes, is het van groot belang om deze uit de kweekbak te verwijderen. Doe je dit niet, dan zullen ze de eitjes waarschijnlijk opeten, wat natuurlijk zonde zou zijn na al het voorwerk.
De eitjes komen meestal al na één dag uit, wat een relatief snelle ontwikkeling is. Zodra de jonge visjes beginnen te zwemmen, kun je ze het beste opkweken met uiterst fijn stofvoer en pantoffeldiertjes als eerste voeding. Helaas vormt het opkweken van de jongen een groot probleem, want doorgaans overleven slechts enkele jongen. Dit kan een teleurstellend resultaat zijn, maar het is een bekend obstakel bij het kweken van deze vissen.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 28-02-2025)