Laatst bijgewerkt: 28 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2021)
Nederlandse naam: Sikkeltetra.
Wetenschappelijke naam: Hyphessobrycon robertsi.
Synoniemen: Hyphessobrycon bentosi bentosi.
Oorsprong: Zuid-Amerika (Peru en Brazilië).
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: De mannetjes hebben een verlengde rug- en aarsvin en ze zijn wat donkerder van kleur dan de vrouwtjes. Verder zijn de vrouwtjes wat voller gebouwd en hebben een witte stip op de rugvin.
Temperatuur: 25 - 28 graden Celsius.
pH: 5 tot 7.
GH: 5 tot 8.
Licht: Matig.
Beplanting: Normale randbeplanting. Drijfplanten zijn aan te raden en dan kan de verlichting wat sterker.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 4 tot 5 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en klein levend voer.
Aquariummaat: 70 cm.
Waterlaag: Onder het midden.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minimaal 10 vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 48 uur.
Bijzonderheden: Als het groepje van deze vissen te klein is, minder dan 5, zullen ze wegkwijnen en/of agressief worden tegenover medebewoners. Verder houden ze niet van (te) fel licht, ze zullen dan erg schuw worden en zich gaan verstoppen. Ook komen ze dan niet mooi op kleur.
Kweekinfo: Het kweken met de Sikkeltetra is lastig en de watersamenstelling is erg belangrijk.
Men kan het beste een ruime kweekbak nemen met afmetingen van ongeveer 60 x 30 x 30 centimeter. Dit formaat biedt voldoende ruimte en stabiliteit voor een succesvolle kweek. Als bodembedekking neemt men idealiter zo'n drie lagen knikkers, wat essentieel is voor de bescherming van de eitjes. De watersamenstelling is uiterst belangrijk als men een geslaagde kweek wil realiseren. Het water dient zacht en zuur te zijn, met een pH-waarde van onder de 6 en een dH-waarde lager dan 3. Deze specifieke waarden zijn cruciaal voor het welzijn van de vissen en het succes van de voortplanting. De ideale temperatuur ligt rond de 28 graden Celsius, een constante warmte die noodzakelijk is voor optimale omstandigheden. Als beplanting kiest men bij voorkeur voor fijnbladige planten zoals Javamos of Myriophyllum. Deze planten bieden niet alleen beschutting, maar ook een geschikte plek voor het afzetten van de eitjes. Filteren over turf is sterk aan te raden, aangezien dit het water optimaal aanpast aan de behoeften van de vissen.
De eitjes worden afgezet tussen de planten, wat een natuurlijke en beschermde omgeving creëert. Niet alle eitjes blijven echter aan de planten kleven; de meeste zinken naar de bodem van de kweekbak. Als men geen knikkers op de bodem heeft liggen, worden de meeste eitjes vrijwel direct opgegeten door de ouders, wat het succes van de kweek ernstig in gevaar brengt. Dankzij de knikkers op de bodem heeft men wat meer tijd, aangezien de eitjes die tussen de knikkers terechtkomen niet gemakkelijk door de ouders kunnen worden opgepakt en opgegeten. Het is daarom belangrijk om na de ei-afzetting de ouders direct uit de bak te verwijderen. Dit voorkomt dat ze alsnog de eitjes weten te vinden en opeten, wat essentieel is voor het behoud van een groot aantal larven.
Na een periode van 24 tot 48 uur komen de eitjes uit, afhankelijk van de precieze omstandigheden in de kweekbak. De larven blijven dan nog 4 tot 5 dagen teren op de dooierzak, een natuurlijke voedselbron die hen voorziet van essentiële voedingsstoffen. Pas na deze periode kunnen ze vrij rondzwemmen en zelfstandig voedsel opnemen. Men kan ze vanaf dat moment voeren met infusiediertjes, liquifry of ander klein en geschikt voer. Zo’n 10 dagen na de geboorte kan men beginnen met het geven van fijn droogvoer, wat een belangrijke stap is in hun verdere ontwikkeling. Het is belangrijk om het voer in kleine hoeveelheden aan te bieden om verspilling te voorkomen en het water schoon te houden.
De jonge Sikkeltetra’s zijn bijzonder gevoelig voor temperatuurschommelingen, wat betekent dat stabiliteit van het water van groot belang is. Het water moet absoluut schoon blijven, wat inhoudt dat regelmatig verversen noodzakelijk is. Bij het verversen van het water moet men er altijd op letten dat het nieuwe water exact dezelfde temperatuur heeft als het water van de kweekbak. Zelfs kleine verschillen in temperatuur kunnen stress of schade veroorzaken bij de jonge vissen. Door zorgvuldig te werk te gaan, vergroot men de kans op een succesvolle opgroei van deze gevoelige, maar fascinerende vissoort.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 28-02-2025)