IUCN-status: Niet bedreigd (2018)
Nederlandse naam: Chiapas zwaarddrager.
Wetenschappelijke naam: Xiphophorus alvarezi.
Synoniemen: Xiphophorus helleri alvarezi.
Oorsprong: Guatemala en Mexico.
Biotoop: Midden-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Mannetjes hebben een tot gonopodium (geslachtsorgaan) omgevormde vin onderaan de buik. Ook is het mannetje kleiner dan het vrouwtje en de vrouwtjes hebben een afgeronde staart.
Temperatuur: 22 - 24 graden Celsius.
pH: 7 tot 8.
GH: 10 tot 20.
Licht: Normaal.
Beplanting: Normale beplanting met wat drijfplanten en zorg voor veel open zwemruimte.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat stukken (kien)hout, stenen of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Normaal.
Leeftijd: 4 jaar.
Lengte: Mannetjes 6 en vrouwtjes 7,5 cm.
Voedsel: Droogvoer, groenvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: 100 cm.
Waterlaag: Alle waterlagen.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: Groepje van 2 mannetjes en 4 vrouwtjes is het beste.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Draagtijd: Ongeveer 4 weken.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: Het kweken met de Chiapas zwaarddrager is wat lastiger dan met de andere Xiphophorus soorten, aan het water stellen ze verder geen eisen.
Het zijn levendbarende vissen die dus geen eitjes leggen maar gelijk levende jongen krijgen, zogenaamde eierlevendbarende vissen. Dit betekent dat de vissen hun jongen al levend ter wereld brengen in plaats van ze eerst als eitjes af te zetten. Na de geboorte kunnen de jongen direct voor zichzelf zorgen, wat betekent dat ze geen hulp of voeding van de ouders nodig hebben. De draagtijd van deze vissen, de periode waarin de jongen in de buik van de moeder ontwikkelen, bedraagt ongeveer 4 weken. Tijdens een geboorte kunnen er maar liefst 10 tot 40 jongen geboren worden, afhankelijk van de soort en grootte van het vrouwtje.
Geen van beide ouders zal ooit voor de jongen zorgen, en als ze de kans krijgen, eten ze hun eigen jongen zonder aarzeling gewoon op. Dit betekent dat jonge vissen altijd in gevaar zijn als ze in dezelfde omgeving blijven als de ouders. Als men graag zoveel mogelijk jongen wil overhouden en grootbrengen, is het verstandig om het zwangere vrouwtje op tijd apart te zetten in een speciaal kweekbakje. Na de bevalling dient men het vrouwtje daar zo snel mogelijk uit te halen om te voorkomen dat ze de pasgeboren jongen opeet. Net voordat het werpen plaatsvindt, kan men in het donkere gedeelte van de buik kleine puntjes zien die oplichten. Deze puntjes zijn de oogjes van de ongeboren jongen, wat een duidelijk teken is dat de geboorte zeer spoedig zal plaatsvinden.
Men kan er ook voor kiezen om de natuur zijn gang te laten gaan. In dat geval is het belangrijk om ervoor te zorgen dat er in het aquarium voldoende beplanting aanwezig is, inclusief drijfplanten, waar de jongen zich veilig tussen kunnen verstoppen. Dit biedt de pasgeboren vissen de mogelijkheid om aan de ouders te ontsnappen en te overleven. Uiteindelijk zullen alleen de sterksten overblijven, en deze zullen zich ontwikkelen tot gezonde volwassen vissen. Om de jongen te helpen groeien, kan men ze voeden met speciaal stofvoer, fijngemalen droogvoer of Artemia-naupliën. Deze voedselbronnen zijn rijk aan voedingsstoffen die essentieel zijn voor de gezonde ontwikkeling van de jonge vissen.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 04-03-2025)