© Foto's boven: Tropische vissengids

© Foto: Jim van Stijn

© Foto: Laszlo Teunissen

© Foto: Hans Jepansje

IUCN-status: Onzeker (2010)

Nederlandse naam: Bengaals vuurtje.

Wetenschappelijke naam: Dario dario.

Synoniemen: Labrus dario, Badis dario, Badis badis bengalensis.

Oorsprong: Noord-India.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn intenser van kleur en hebben verlengde buikvinnen. Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd en missen de rood en blauwe kleuren.

Temperatuur: 21 - 26 graden Celsius.

pH: 6,4 tot 7,5.

GH: 1 tot 15.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dicht beplant.

Bodembedekking: Zand of fijn grind, zorg ook voor veel schuilplaatsen want de mannetjes zijn territoriaal.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 6 jaar.

Lengte: 2 tot 3 cm.

Voedsel: Klein levend voer en diepvriesvoer. Ze accepteren zelden droogvoer.

Aquariummaat: 40 cm.

Waterlaag: Midden en boven.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Paartje, mannetje met 2 vrouwtjes of in een groepje vanaf 6 stuks. Plaats wel meer vrouwtjes dan mannetjes in een groepje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samengehouden met kleine en rustige medebewoners.

Tijd voor uitkomen eitjes: 3 dagen.

Bijzonderheden: Deze visjes zijn niet opgewassen tegen snel etende medebewoners, ze kunnen dan verhongeren. Daar dient dus wel op gelet te worden. Vanwege de geringe lengte kunnen ze prima in een nano aquarium vanaf 40 centimeter worden gehouden als paartje of als trio, niet als groepje. Hun aquarium moet dicht beplant zijn en voorzien zijn van vele schuilplaatsen. Als bodembedekking kan men het beste zand nemen en geen grind.

Kweekinfo: Het kweken met dit visje op zich is niet al te moeilijk, het grootbrengen van de jongen is echter lastig.

 

Plaats in de kweekbak, die niet al te groot hoeft te zijn, een grote pluk Javamos. Bodembedekking is niet echt noodzakelijk. Filter met een klein luchtfiltertje. Plaats het paartje in de kweekbak, kies wel een vrouwtje uit met een dikke buik zodat men zeker is dat ze eitjes draagt.

 

Verwijder de ouders na een week (deze kennen geen broedzorg), als het goed is zitten er dan eitjes tussen het Javamos. De eitjes komen na 3 dagen uit en de jongen teren nog een aantal dagen op hun dooierzak. De jongen zijn echt héél erg klein dus zullen ze moeten worden groot gebracht met zéér klein levend voer zoals infusoria. Dit is dus het grootste probleem, niet het krijgen van jongen maar het groot brengen ervan. Als ze wat groter zijn geworden kan men ze verse artemia geven.