© Foto: Andrew Hewitt
© Foto: Tom Horeweg
© Foto: Bart de Neve
© Foto: Paul Gielkens
© Foto: Duné Jp
IUCN-status: Gevoelig (2019)
Nederlandse naam: Diamantgoerami.
Wetenschappelijke naam: Trichopodus leerii.
Synoniemen: Trichopus leerii, Trichogaster leerii, Trichogaster leeri, Trichogaster leerri, Trichopodus leeri.
Oorsprong: Azië (Maleisië en Thailand).
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Het mannetje is veel kleurrijker dan het vrouwtje. Bovendien loopt de rugvin van het mannetje uit in een punt en bij het vrouwtje is deze rond.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 2 tot 16.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, rotsen en/of takken worden zeker op prijs gesteld.
Stroming: Zwak.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 10 tot 15 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: 120 cm.
Waterlaag: Boven het midden.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: Paartje.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na een paar dagen.
Bijzonderheden: Inmiddels is er ook een kweekvariant, geheten de Trichogaster leeri gold (foto 5).
Kweekinfo: De kweek van de Diamantgoerami is redelijk eenvoudig.
Voor een succesvolle kweek neemt men een ruime kweekbak. De kweekbak dient met een laag water van ongeveer 12 á 15 centimeter te worden gevuld en er mag geen stroming zijn. Voorzie de kweekbak van een aantal drijfplanten of door planten waarvan de bladeren op het wateroppervlak drijven. Deze planten helpen om het schuimnest op zijn plaats te houden. Nadat het koppel in de kweekbak is geplaatst verhoogd men langzaam de temperatuur tot 26 á 28 graden Celsius.
Het mannetje zal dan flink wat tijd besteden aan het bouwen van een schuimnest. Na de balts gaan de goerami's over tot de ei afzetting en het mannetje zal de eitjes in het nest spuwen. Een nest kan wel rond de 1000 eitjes bevatten. Na het afzetten van de eitjes moet het vrouwtje worden verwijderd anders zal het mannetje haar constant verjagen of zelfs doden.
Het mannetje zal voor het nest zorgen en het bewaken. Eitjes die naar beneden zinken zullen door het mannetje in de bek worden opgepakt en terug worden gespuwd in het nest. Dat is tevens de reden dat er maar 12 á 15 cm water in de kweekbak moet zitten. Zo hoeft het mannetje niet te veel afstand af te leggen om de gezonken eitjes weer terug naar het nest te brengen.
De jongen komen na een paar dagen tevoorschijn, dan dient ook het mannetje uit de kweekbak gehaald te worden.
Als de jongen gaan zwemmen kunnen ze worden gevoerd met bijvoorbeeld Liquifry, micro aaltjes, pantoffeldiertjes en stofvoer.
Ververs regelmatig een gedeelte van het water want door eventuele voedselresten zal het gauw versmeren en dat is iets waar de jongen absoluut niet tegen kunnen. Als de jongen zo'n 3 weken oud zijn kan er een filter in het aquarium worden geplaatst, niet eerder want de jongen zijn te zwak om tegen een stroming in te zwemmen.