IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Sumatraan.

Wetenschappelijke naam: Puntigrus tetrazona.

Synoniemen: Capoeta tetrazona, Barbus tetrazona, Barbus tetrazona tetrazona, Puntius tetrazona, Systomus tetrazona, Systomus sumatrensis, Systomus sumatranus.

Oorsprong: Indonesië (Sumatra).

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien maar de mannetjes zijn wat kleiner en slanker dan de vrouwtjes. Ook hebben de vrouwtjes een wat dikkere buik. Verder hebben de mannetjes wat meer rood op de vinnen en de neus en zijn de zwarte banen wat scherper afgetekend.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 10.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dichte randbeplanting met nog wel veel open zwemruimte.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat (kien)hout en takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 6 jaar.

Lengte: 7 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, plantaardig voer en levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam, echter niet samen houden met Maanvissen, Betta splendens en de meeste Labyrintvissen (vanwege hun sprieten). Het zijn vinnenbijters. Ook andere vissen moeten het vaak ontgelden. Houd ze in een school van minimaal 6 vissen, liever meer, anders gaan ze zich vervelen en gaan ze andere vissen (dus ook soortgenoten) pesten en achternajagen.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 30 uur.

Bijzonderheden: Er zijn meerdere kweekvariëteiten wat betreft kleur en vinvormen. Ze zijn vatbaar voor witte stip.

Kweekinfo: Het kweken met de Sumatraan is vrij lastig.

Gebruik een kweekbak van 40 x 25 x 25 met op de bodem 2 of 3 lagen knikkers. Deze knikkers zorgen ervoor dat de eitjes, na de afzetting, veilig tussen de knikkers kunnen vallen, waardoor ze beschermd zijn tegen de ouders die anders de neiging hebben de eitjes op te eten. Leg op de knikkers een flinke hoeveelheid Javamos en andere fijnbladige planten, die niet alleen beschutting bieden maar ook bijdragen aan een natuurlijke omgeving. De kweekbak kan het beste op een donkere plaats worden gezet, bij voorkeur met een zwak lampje er boven om voor een subtiele verlichting te zorgen. Zet de temperatuur in de kweekbak op 26 graden Celsius, wat iets hoger is dan de gebruikelijke temperatuur. Het water dient een beetje zuur te zijn en redelijk zacht, met een pH van ongeveer 6 en een GH-waarde die lager is dan 12. Deze omstandigheden bevorderen een optimaal kweekklimaat.

Geef de Sumatranen, voordat ze in de kweekbak worden geplaatst, gedurende een week veel levend voer. Dit levende voer, zoals bijvoorbeeld muggenlarven of artemia, stimuleert niet alleen de vitaliteit van de vissen maar brengt ook de ei-productie bij het vrouwtje op gang. Een gevarieerd en rijk dieet in deze periode verhoogt de kans op een succesvolle kweek aanzienlijk.

Als u uw schooltje Sumatranen observeert, zult u zonder veel moeite een koppeltje kunnen vinden, want de mannetjes en vrouwtjes zullen elkaar steeds opzoeken. Plaats dat koppeltje vervolgens in de kweekbak. De paring vindt meestal plaats de volgende ochtend, maar mocht dit niet het geval zijn, dan kan een gedeeltelijke waterverversing vaak helpen om de paring alsnog op gang te brengen. Zodra de ei-afzetting heeft plaatsgevonden, kunt u de ouders uit de kweekbak verwijderen, aangezien hun taak er dan op zit. Vaak worden er tijdens de paring zo’n 200 eitjes afgezet, wat een heel mooi resultaat is. De jongen komen na ongeveer 30 uur uit de eitjes. Zodra de jongen vrij rondzwemmen, kunt u beginnen met het voeden van de kleintjes. Gebruik hiervoor fijn stofvoer en pas uitgekomen Artemia-naupliën, die een uitstekende eerste voeding vormen voor de jonge visjes.