IUCN-status: Niet bedreigd (2019)

Nederlandse naam: Zoenvis.

Wetenschappelijke naam: Helostoma temminckii.

Synoniemen: Helostoma temminkii, Helostoma temmincki, Helostomi temmincki.

Oorsprong: Zuid-Amerika en Azië.

Biotoop: Aziatisch en Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien, bij volwassen vissen zijn de vrouwtjes soms wat dikker dan de mannetjes.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 12 tot 16.

Licht: Zwak.

Beplanting: Gebruik planten met harde bladeren zoals bijvoorbeeld Anubias soorten, vergeet ook wat drijfplanten niet.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 10 tot 20 cm.

Voedsel: Droog en diepvriesvoer.

Aquariummaat: 150 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Groepje van 5.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na een paar dagen.

Bijzonderheden: In tegenstelling wat de meeste mensen denken is het zoenen geen paringsritueel. Het zijn meestal altijd twee mannetjes die dat doen. Dit is  hun manier om uit te maken wie de sterkste, en dus de baas, van de groep is.

​

Kweekinfo: Het kweken van de Zoenvis is niet echt makkelijk.

Geef de ouders eerst ruim voldoende groenvoer, zoals bijvoorbeeld goed gewassen sla, en daarnaast ook veel levend voer om hun conditie optimaal te maken. Verhoog vervolgens de temperatuur geleidelijk aan naar 28 of 29 graden Celsius; neem hier ongeveer drie dagen de tijd voor door iedere dag de temperatuur met een kleine stap te verhogen. Na het paren zullen de eitjes aan het wateroppervlak blijven drijven. Zodra de ouders de eitjes hebben afgezet, is het belangrijk om ze direct uit het aquarium te halen, aangezien ze geen enkele vorm van broedzorg vertonen en de eitjes anders in gevaar kunnen komen.

De jongen komen na enkele dagen uit de eitjes. Zodra ze beginnen te zwemmen, geef je ze in eerste instantie algen en Artemia-naupliën als voedsel. Zorg ervoor dat je ze voldoende te eten geeft, want de jongen groeien bijzonder snel en hebben daardoor een constante en ruime hoeveelheid voedsel nodig om deze snelle groei te ondersteunen.