Laatst bijgewerkt: 21 februari 2025
© Foto: Gitty Markies - Korevaar
© Foto: Gitty Markies - Korevaar
© Foto: Patrick Heeren
© Foto: Rianne Mohlmann
IUCN-status: Gevoelig (2014)
Nederlandse naam: Pandapantsermeerval.
Wetenschappelijke naam: Hoplisoma panda.
Synoniemen: Corydoras panda.
Oorsprong: Zuid-Amerika.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd dan het mannetje.
Temperatuur: 20 - 25 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 1 tot 12.
Licht: Normaal.
Beplanting: Normale tot dichte beplanting, bij gebruik van drijfplanten er wel voor zorgen dat er grote open stukken zijn waar ze lucht kunnen happen.
Bodembedekking: Gebruik fijn afgerond zand anders kunnen hun baardharen beschadigen. Verder de bak inrichten met schuilholen, kienhout, grotten en stenen. Gedroogde bladeren van de eik of beuk op de bodem stellen ze erg op prijs.
Stroming: Matig tot hard.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 5 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.
Aquariummaat: 60 cm.
Waterlaag: Bodembewoner.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Groepsvis, minimaal 6.
Geschikt voor: Beginners.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, zorg wel voor voldoende schuilplaatsen.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 2 tot 3 dagen.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: Het kweken van deze soort is vrij makkelijk.
Neem een aparte kweekbak voor het allerbeste kweekresultaat en om de omstandigheden volledig te kunnen controleren. Plaats 2 mannetjes en 1 vrouwtje in de kweekbak om de kans op succesvolle voortplanting te vergroten. Voer de vissen een week lang met zéér gevarieerd voer dat rijk is aan voedingsstoffen, en vergeet niet ook levend voer aan te bieden voor extra stimulatie en vitaliteit. Daarna laat men heel geleidelijk de temperatuur langzaam zakken naar ongeveer 19 graden Celsius. Als alternatief kan men ook een gedeelte van het water verversen en vervangen door kouder water om hetzelfde effect te bereiken.
De vissen zullen dan diezelfde nacht, of eventueel de daaropvolgende nacht, al overgaan tot het afzetten van de eitjes. Zodra de eitjes zijn afgezet, dient men de vissen direct uit de kweekbak te verwijderen, omdat ze anders geneigd zijn de eitjes op te eten. Zorg er ook voor dat de verlichting niet te fel is, omdat te veel licht ervoor kan zorgen dat de eitjes beschimmelen en daardoor verloren gaan.
De eitjes komen na ongeveer 2 tot 3 dagen uit, afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Men kan de jonge visjes het beste opvoeden met kleine ongewervelden zoals Cyclops en Artemia-naupliën, die rijk aan voedingsstoffen zijn en ideaal voor de groei en ontwikkeling van de jongen.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 21-02-2025)