Naam: Hommelgarnaal.
Andere benamingen: Hommeltje.
Wetenschappelijke naam: Caridina cf. breviata.
Oorsprong: Deze soort Hommelgarnaal is een kweekvorm en komt dus niet in het wild voor. De wildvorm komt uit China en Taiwan.
Uiterlijk: Ze hebben een honingkleurig/witachtig lichaam met 3 bruin/zwarte banden. De honingkleurige vlakken kunnen ook wit zijn en worden soms intensiever van kleur bij vrouwtjes die eieren hebben.
Geslachtsonderscheid: De vrouwtjes zijn voller en robuuster gebouwd dan de mannetjes. Als de vrouwtjes eitjes dragen zijn ze intenser van kleur.
Temperatuur: 18 tot 28 °C.
pH: 6 tot 7,5.
GH: 8 tot 12.
Leeftijd: 2 jaar.
Lengte: 2,5 tot 3 cm.
Voedsel: Speciaalvoer voor garnalen, vlokken- en granulaatvoer voor vissen, diepvriesvoer, dode bladeren van een eik of beuk en diverse soorten groenten.
Aquariummaat: Vanaf 30 cm.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Groepje van minimaal 10 stuks.
Geschikt voor: Beginners.
Bodembedekking: Zand of fijn grind.
Aquariuminrichting en beplanting: Schuilplaatsen zijn noodzakelijk. De beplanting kunnen het best veel fijnbladige planten en mossoorten zijn.
Belichting: Normaal tot veel.
Ander gezelschap: Men kan ze samenhouden met kleine en rustige vissoorten. Ook andere kleine garnaalsoorten kunnen met ze samenleven, denk wel om kruizen (zie het kruisingsschema).
Tijd voor uitkomen eitjes: 28 dagen.
Aantal jongen: 20 tot 30 stuks.
Kweekinfo: Het kweken met de Hommelgarnaal is niet moeilijk en men hoeft daar verder niets voor aan te passen. Als alles optimaal is dan kunnen ze iedere 5 weken eitjes krijgen.
Bijzonderheden: Geregeld een deel van het water verversen is sterk aan te raden, ongeveer 25% van het water 1 keer per 2 weken verversen is aan te raden. Zoals bij alle garnaalsoorten dient men de huid van de vervelling in het aquarium te laten liggen, deze zal door de garnalen worden opgegeten want zo krijgen ze de nodige stoffen weer binnen.