© Foto's: Koen Vaske

IUCN-status: Onzeker (2010)

Nederlandse naam: Galaxy rasbora of Hemelse Pareldanio.

Wetenschappelijke naam: Danio margaritatus.

Synoniemen: Celestichthys margaritatus.

Oorsprong: Myanmar.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes zijn blauwachtig van kleur en de vrouwtjes groenachtig en de mannetjes zijn slanker gebouwd dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 21 - 23 graden Celsius.

pH: 7 tot 7,5.

GH: 3 tot 10.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dichte beplanting met nog wel voldoende zwemruimte. Drijfplanten zijn ook aan te raden.

Bodembedekking: Zand of grind.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 2,5 cm.

Voedsel: Fijn droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Alle waterlagen.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van 10 of meer.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: 3 tot 4 dagen.

Bijzonderheden: Dit fraaie visje is pas sinds 2007 ontdekt, men heeft wel een verkeerde naam bedacht want later onderzoek wees uit dat het geen Rasbora-soort is maar een Danio-soort. Vanwege zijn kleine formaat kan men dit visje beter in een speciaal aquarium houden of samenhouden met andere vissoorten die klein blijven. Ze moeten ook in een niet te hoog aquarium worden gehouden.

De Danio margaritatus is erg gevoelig voor nematoden (rondwormen) waardoor ze sterk vermageren, holle buikjes krijgen en vervolgens sterven. Het beste kan men na de aanschaf van dit visje gelijk een wormenkuur geven om te voorkomen dat de gezonde visjes er last van krijgen.

Kweekinfo: Het kweken met de Galaxy rasbora is vrij makkelijk.

 

De kweekbak dient te zijn voorzien van overmatige plantengroei en kan het beste in het zonlicht worden geplaatst, dat bootst zijn natuurlijke omgeving het beste na (ondiepe waterpoeltjes). Men kan het beste een schooltje in de kweekbak plaatsen zodat er meer kans is op een koppeltje.

 

Na de paring worden er meestal zo'n 30 eitjes afgezet, deze worden overal rondgestrooid, de planten zorgen dan voor voldoende bescherming. Na de ei afzetting kunnen beter alle vissen worden verwijderd daar ze anders de eitjes opeten. Ongeveer 3 tot 4 dagen later komen de eitjes uit. De jongen zijn maar 3 millimeter groot. Als ze vrij gaan rondzwemmen kan men ze opkweken met liquifry en daarna met Artemia-naupliën.